GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 472

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 472

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

•SK

De vervoeisbond FNV werft leden tijdens een 'truckersfestivaV: storm loopt het niet. met werkgevers of overheid vastgelopen zijn. Dan wordt van de leden opeens participatie gevraagd, bijvoorbeeld door in staldng te gaan. Maar doorgaans wordt er van leden inderdaad niet meer verwacht dan "gewoon inschrijven en wegwezen". Het is dus in de democratisch-centralistische strategie van de valebeweging meegebakken dat gewone leden weinig in het bondswerk participeren. Pogingen om de betrokkenheid van de leden te vergroten, zijn dan ook nooit goed gelukt. Zo kwam in de jaren zeventig het 'bedrijvenwerk' op; een poging om vakbondsleden in een bepaalde onderneming te betrekken bij de behartiging van hun eigen belangen. De vakbeweging slaagde er echter niet in dit bedrijvenwerk een vanzelfsprekende plaats in haar strategie te geven. Wie leden via het bedrijvenwerk wil betrekken bij het beleid van de vakbond, moet immers ook bereid zijn de inbreng van leden in het bondsbeleid te laten doorklinken. Nog steeds echter werd dat beleid op centraal niveau vastgesteld. Leden in bedrijven kregen niet meer dan de belofte dat hun inbreng 'zou worden meegenomen' "waarna", schrijft Valkenburg, "er in het filterproces om tot een uniform, centraal beleid te komen weinig of niets meer van hun inbreng overbleef." CENTRALISTISCH

Ook de meest ambitieuze vernieuwingspoging, die van start ging met de nota FNV 2000, is mislukt. In deze nota, uit 1987, stond het concept van de 'brede valcbeweging' centraal. Niet langer wilde de FNV alleen maar opkomen voor het loonstrookje van haar leden, meer dan voorheen zou zij ook zaleen als medezeggenschap en de organisatie van arbeid aan de orde stellen. Ook zouden nieuwe doelgroepen worden benaderd - uitkeringsgerechtigden, allochtonen, jongeren - en de leden zouden, opnieuw, meer bij het werk van de vakbeweging worden betrokken. Meer dan "een programma voor een uitgebreide ledenwerfactie" is de nota uiteindelijk echter niet gebleken, stelt Valkenburg vast. Hij wijt dat vooral aan een volstrekt gebrek aan helderheid over wat nu eigenlijk de wortels van de crisis zijn. "De kern van de cri-

sis is dat de vakbeweging wel veel leden heeft, die ook veel geld inbrengen, maar dat die leden niet actief participeren", legt Valkenburg uit. "De FNV spreekt wel uit dat ze de participatie van leden wil vergroten, maar ze ziet niet in dat ze dan een andere opvatting over participatie nodig heeft." In zijn proefschrift werkt hij die nieuwe opvatting uit: de vakbeweging en hetzelfde geldt ook voor andere sociale bewegingen - moet beter aansluiten bij de deskundigheid van haar leden, ze moet bereid zijn langdurige discussies aan te gaan en ze moet beleid ontwikkelen dat niet alleen op centraal niveau, maar ook in de dagelijkse praktijk van de leden in daden is om te zetten. "Het oude, centralistische model werkt niet", licht Valkenburg toe. "Maar als je echt die nieuwe opvatting over participatie in de praktijk wilt brengen, dan heeft dat

WETENSCHAP,

CULTUUR

et) SAMENLEVING

46

- OKTOBER

verregaande consequenties voor de rol die het centrale bondsapparaat speelt in de beweging; dan zal de overheersende rol van de bezoldigde verdwijnen. De FNV is kennelijk niet bereid geweest het probleem zo te formuleren dat die consequenties duidelijk werden. Dat is deels onwil, maar het heeft ook te maleen met een traditie van negentig jaar; die zet je niet zo maar over boord." Als het de valebeweging niet lukt nieuwe vormen van participatie in de praletijk te brengen, voorspelt Valkenburg, dan zal ze zich ontwikkelen tot een soort sociale ANWB; een organisatie waarvan mensen lid worden als ze verwachten dat hen dat meer oplevert dan ze ervoor moeten betalen. Valkenburg betreurt dat; de valebeweging dreigt zo te verworden tot een elite-organisatie voor het werkend deel van de bevolking, terwijl van de emancipatorische taaie die ze zich vanouds gesteld heeft. 199^

niets meer terecht zal komen. "En dat terwijl er nog zoveel te emanciperen valt." KLIMAAT

Het gevolg van de crisis is dat de vakbeweging weinig invloed heeft op de ontwikkelingen die er in onze samenleving toe doen, zegt Valkenburg. "Neem het technologiebeleid. De motor die bepaalt wat er op dat vlak gebeurt, is de economie. De vakbeweging zou een tegenwicht moeten bieden en de vraag moeten inbrengen naar de gevolgen voor werknemers. Wat betekent het bijvoorbeeld dat er nu een leger van flexibel inzetbare arbeids-

krachten ontstaat? De valebeweging heeft wel mooie nota's over technologiebeleid geschreven, maar op wat er in het bedrijfsleven gebeurt, heeft ze weinig invloed. Dat hangt heel nauw samen met het feit dat ze te weinig actieve mensen bij haar werk heeft weten te betrekken die informatie inbrengen over wat er in bedrijven gebeurt. Al die progressieve nota's; zolang die zonder de actieve participatie van leden tot stand komen, zijn ze ongeloofwaardig. Het is het verplaatsen van papier, meer niet, en iedereen weet dat. De valebeweging is een reus op lemen voeten geworden." Maar valt dat de valebeweging te verwijten? Valkenburg weet dat velen naar het veranderde 'maatschappelijk klimaat' - naar de 'tijdgeest' - zullen verwijzen als weerwoord op zijn kritiek. Andere sociale bewegingen verkeren immers in een vergelijkbare crisis; ook die slagen er wel in 'giro-solidariteit' op te wekken, maar blijken nauwelijks in staat leden te verleiden tot veeleisender vormen van participatie. Kennelijk wordt de calculerende burger tegenwoordig niet meer lid van een valebond vanwege emancipatorische idealen, maar maakt hij eerst een kosten/baten-afweging. Een valebeweging die zich opstelt als sociale ANWB sluit aan bij die behoeften. Valkenburg is niet onder de indruk. "Ja ja, de radikale jaren zestig, de matte jaren zeventig, de no-nonsense jaren tachtig en weet ik wat we nu hebben. Zeker, niemand kan ontkennen dat er iets veranderd is, hoewel dat vaale wordt overdreven. Maar waar hebben die veranderingen mee te male en? De onzekerheid is gegroeid; de muur is gevallen, de werkloosheid toegenomen en ex-Joegoslavië is angstig dichtbij. Maar er is geen rechtstreeks verband tussen deze gebeurtenissen en de bereidheid van mensen om politiek actief te worden. Sociale bewegingen bepalen mede zelf de gevolgen van deze veranderingen. Als bijvoorbeeld de werkloosheid groeit en niemand nog gelooft in het traditionele perspectief van volledige werkgelegenheid, dan moet er worden nagedacht over alternatieven. Maar de valebeweging doet het tegenovergestelde: die blijft de tra-

WETENSCHAP,

CULTUUR

&> SAMENLEVING

41

- OKTOBER

ditionele loonarbeid centraal stellen en houdt discussies over andere opvattingen van arbeid af. Ze draagt dus geen alternatieven aan en werkt zo zelf mee aan het scheppen van een klimaat waarin mensen geneigd zijn vast te houden aan het oude." HUIVER

Om de crisis te overleven èn haar emancipatorische karakter te behouden, moet de vakbeweging breken met haar centralistische traditie, vindt Valkenburg. Zo zal ze moeten afleren het begrip solidariteit per se op te vatten als 'hetzelfde vinden en hetzelfde doen'. "Als het gaat om arbeidstijden is het nergens goed voor om alle leden over één kam te scheren. Maar een gemeenschappelijk loonbeleid is wèl ergens goed voor, want dat kan voorkomen dat werknemers die sterk staan op de arbeidsmarkt bevoordeeld worden boven werknemers met een zwakke positie." Valkenburg noemt het dan ook "op zijn zachtst gezegd opvallend" dat de valebeweging precies het omgekeerde doet: als het om arbeidstijden gaat, houdt ze vast aan haar traditionele opvatting over solidariteit, op het gebied van het loonbeleid niet. Soms hoeft gezamenlijk beleid niet meer te zijn dan een middel om een langdurige discussie te voeren. Als voorbeeld noemt Valkenburg de discussie over de multi-culturele samenleving. Die wordt nu in de vakbeweging niet gevoerd, maar wel royeert de FNV leden die betrokken zijn bij de Centrumdemocraten. Dat is volgens Valkenburg een "inadequaat middel" dat past bij een centralistische valebeweging, maar niet bij een democratische beweging. Valkenburg: "De beleidsmaleers zijn nu doorgaans niet of nauwelijks op de hoogte van de concrete situatie van leden en van hoe die te maken hebben met allochtonenproblematiek. Er is vaale ook spralee van huiver om de discussie hierover aan te gaan. Maar alleen in een uitvoerige discussie kan duidelijk worden wat er aan de hand is en wat er gedaan zou kunnen worden."

199s

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 472

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's