GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 255

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 255

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vogelveer heeft ook geen voorganger, die er ook maar enigszins op lijkt en waaruit hij zou kunnen zijn ontstaan. Hij is er direct in zijn volmaalcte, verbluffende doelmatigheid. De schacht is een holle buis van hoorn; licht, sterk en buigzaam. De hiervan aftalckende baarden (haren) zijn aan de randen voorzien van een zeer groot aantal haalqes (circa een miljoen per veer!), die zo precies in de haalcjes van de volgende baard passen, dat een luchten waterdicht oppervlalc ontstaat. Een soort klittebandsluiting dus. Is er ergens een beschadiging, dan behoeft de vogel maar even met zijn snavel langs de veer te strijken en de haakjes grijpen weer in elkaar (Hartmann, 1994). Maar ook warmbloedigheid is een geheel nieuw concept, dat een ingewikkeld systeem van mechanismen voor de temperatuur-regulering vereist. Als het lichaam te koud dreigt te worden, vernauwen zich reflectorisch de bloedvaten in de huid, zodat het bloed minder afkoelt. Bij hevige koude rillen we en door deze spiercontracties stijgt de temperatuur. Bij warmte verwijden zich de huidvateu; hierdoor koelt het bloed af. Bovendien zijn bij sommige warmbloedige dieren en bij de mens zweetklieren ingebouwd. Verdamping van het zweet brengt afkoeling. In de hersenen bevindt zich een thermostaat, die signalen uitzendt naar de bij de regulering betrokken organen en zo de lichaamstemperatuur op ca. 37 graden Celsius tracht te handhaven. Men ziet hier dus het gelijktijdig optreden van een aantal nieuwe functies, tot een gemeenschappelijk nieuw doel.

Dit is te vergelijken met wat er gebeurt als iemand per ongeluk een transfusie ondergaat met bloed van een verkeerde bloedgroep. Fotosynthese is een ander voorbeeld. Gedurende honderden miljoenen jaren waren in het water drijvende eencellige organismen de enige levende wezens op aarde. De koolstof voor de vorming van hun protoplasma (cel-eiwitten) verschaften zij zich uit het CO2 (kool-

Integratie Met de 'integratieve' functie van de natuur bedoelt men meestal een voor het leven van plant of dier noodzakelijke samenleving met een ander levend wezen (symbiose). Ik bespreek onder dit hoofd echter ook een ander soort integratie, namelijk de gecoördineerde samenwerking van de verschillende organen van eenzelfde levend organisme. Over symbiose is veel geschreven: het wonderbaarlijke ervan boeit velen. Symbiose is in de natuur eerder regel dan uitzondering! Ik beperk me tot twee voorbeelden. Koralen bestaan uit een leefgemeenschap van een alg met een weekdiertje. Het koraaldiertje ademt kooldioxyde uit, dat door de alg wordt benut via de hierboven omschreven fotosynthese. De koolstof wordt voor de opbouw van eiwitten, suiker enzovoort gebruikt, maar ook voor de synthese van calcium-carbonaat. Dit laatste dient weer als cement voor het skelet van het koraal. Tenslotte ontstaat hieruit het koraalrif, een biotoop, die rijk is aan vissen en weekdieren die alleen daar voorkomen. Bij planten (bedektzadigen) zorgen insekten voor de bestuiving, die als beloning nectar mee naar huis nemen. Een van de wonderlijkste symbiosen van deze soort is die van de orchideeën van het geslacht Ophrys met bijen, hommels of vliegen. De bloem van de hommelorchis, bijvoorbeeld, is een nabootsing van een hommel, compleet met harig onderlijf (de onderlip van de bloem) en met de vorm en de kleur van het insekt. Bovendien verbreidt de bloem de geur van de wijfjeshommel! Het mannetje komt hierop af en 'copuleert' met de bloem. Hierbij komt het in aanraldng met de meeldraden of stamper en brengt zo de bestuiving tot stand. Ik vermeld deze vormen van symbiose om te laten zien dat in de natuur leefgemeenschappen voorkomen van een

dioxyde) van de lucht met behulp van zonlicht en chlorofyl. Chlorofyl heeft een ingewikkelde structuur: een ring van vier onderling verbonden, van zijketens voorziene pyrrolringen met in het centrum een magnesium-atoom,bepaald geen molecuul waarvan men zich gemal<:kelijk voorstelt dat het door toeval zou zijn ontstaan...! Met behulp van chlorofyl en licht kan zo'n cel water splitsen in waterstof en zuurstof. De waterstof wordt gebruikt om de koolstof uit CO2 te reduceren waardoor deze voor inbouw in eiwitten en koolhydraten (b.v. suikers) ter beschikking komt. De zuurstof wordt in de atmosfeer uitgescheiden. De atmosfeer bevatte aanvankelijk geen zuurstof. De geleidelijke toevoer daarvan - gedurende een onvoorstelbaar lange tijd door micro-organismen en later door planten met bladgroen - deed tenslotte het zuurstofgehalte van de lucht stijgen tot een hoogte, die het leven mogelijk maal<;te voor landdieren die veel vrije zuurstof nodig hebben. Voor mij is dit een indrukwekkend voorbeeld van planningl WETENSCHAP,

CULTUUR

et) SAMENLEVING

17

- [UNI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 255

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's