GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 373

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 373

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

REPORTAGE

In Groningen hebben ze niet één maar wel acht pedellen. Een dag uit het leven van de universitaire functionaris die verantwoordelijk is voor het academisch protocol. Eric Le Gras

"Die timing, tja, dat is een kwestie van ervaring."

f

Hora finital Pedel Piet D i j k e m a steekt zich in zijn t o g a .

Pedel Piet Dijkema heeft net de deur van de aula van de Groninger Rijksuniversiteit geopend en kijkt de zaal in. Hij gaat een belangrijk onderdeel van zijn taak uitvoeren en dus staan zijn ogen alert en steekt hij zijn kin wat de lucht in. Dijkema wacht tot promovendus Hans Smit een pauze laat vallen in de verdediging van zijn biologische proefschrift en dan laat hij een krachtig 'Hora finita' door de zaal klinken. Dijkema heeft perfect getimed. Smit krijgt van de rector magnificus nog de kans om zijn antwoord af te maken, maar dat is niet meer nodig. "Dat was het eigenlijk al", zegt Smit en dan vertrekt de commissie van hoogleraren die het besluit moet nemen of hij de titel van doctor in de wis- en natuurkunde heeft verdiend, keurig m het gelid naar de faculteitskamer. Dijkema gaat ze voor in zijn zwarte toga. "Die timing, tja, dat is een kwestie van ervaring", zegt Dijkema als hij in de gang voor de aula staat te wachten tot de commissie een besluit heeft genomen.

wcs NOVEMBER/DECEMBER 1997

Dat besluit is trouwens een formaliteit; wanneer een promovendus eenmaal toestemming heeft gekregen om zijn proefschrift te laten drukken zit het verder wel goed met de promotie." Datzelfde had Dijkema ook al aan Smit gezegd, toen hij hem, vlak voor het begin van de promotie, in de faculteitskamer van de medische faculteit samen met zijn paranimfen de laatste instructies gaf over het protocol. Dijkema vertelde toen ook wie er voorop moet lopen, waar en wanneer de drie het hoofd moeten neigen voor de rector, en welke paranimf de papieren klaar hoort

te leggen op het tafeltje waar de promovendus zal trachten zich de critici van het lijf te houden. Promovendus en paranimfen hebben de passen en de buiging zorgvuldig geoefend - een klem ballet voor drie heren in rokkostuum terwijl Dijkema glimlachend toekeek. Het hele optreden van de pedel heeft een geruststellende uitwerking. En dat is ook precies de bedoeling, aldus Dijkema, nadat hij Smit en zijn paranimfen de zaal heeft binnengeloodst: "Promovendi zijn vaak gespannen en dat is op zich niet verkeerd. Ze moeten tenslotte presteren, en dat lukt niet wanneer ze het te licht opnemen. Bij meneer Smit viel het gelukkig wel mee, maar soms zijn ze té gespannen en worden ze chaotisch. Dan loopt het niet en dan kunnen de drie kwartier waarin ze hun proefschrift moeten verdedigen erg lang duren." Vandaar dat Dijkema tijdens elke promotie veelvuldig zijn horloge raadpleegt om precies op tijd zijn 'Hora finita' te laten horen. "Zo'n promotie mag dan tot op zekere hoogte een formaliteit zijn", zegt hij, "maar puur theater is het toch niet. Vergelijk het met een spel, waarbij kennis en inzicht van de promovendus de inzet zijn en het ook om de goede presentatie gaat. Ik heb wel eens meegemaakt, dat een promovendus van het begin af alleen maar heel korte antwoorden gaf, niet meer dan een zin of twee. Achteraf vertelde hij, dat hij de vragen niet had begrepen. Hij zat vanaf het begin helemaal op de verkeerde golflengte. Dat is pijnlijk, dat moet je als pedel niet langer laten duren dan de vijfenveertig minuten die de wet voorschrijft. Deze keer hoorde ik buiten al dat het wel goed ging. Dan kan ik het wat rustiger aan doen."

Body-guards

Piet Dijkema heeft in Groningen geen formele aanstelling als pedel, zoals aan andere universiteiten doorgaans wel het geval is. "Sinds de laatste 'echte pedel' in Groningen met pensioen ging, is dat werk overgenomen door de conciërgedienst van het Academiegebouw. Ik maak deel uit van een groep van acht mensen - zeven mannen en een vrouw - die bij toerbeurt een week lang

het werk van de pedel doen. Behalve bij promoties, zijn we dan aanwezig bij oraties, afscheidscolleges, eredoctoraten en bij de opening van het Academisch Jaar. Dan dragen we ook de staf van de pedel; bij een promotie hoeft dat niet." Bij zijn andere taken als conciërge heeft Dijkema ook te maken met de minder wetenschappelijke kanten van het universitaire leven. Zo moet hij regelmatig assisteren wanneer hooggeleerden tijdens het collegegeven onhandig met geluidsapparatuur omgaan en om assistentie bellen. In zijn dertigjarige loopbaan maakte hij bovendien menige bezetting mee en werkte hij onder meer ook mee aan de ontvangst van de VIP'S

die zo af en toe de universiteit bezoeken: "Dat is een aardige kant van het werk. Een tijdje geleden studeerden twee zoons van Prinses Margriet hier af. Het was een tamelijk informele gelegenheid, de Koninklijke familie hield het onder elkaar. Prinses Juliana was een echte grootmoeder; leuk om mee te maken. Soms gaat het er veel formeler aan toe. Toen de Amerikaanse ambassadeur hier kwam spreken, bracht hij een paar stevige body-guards mee. Zijn Russische collega hield het eenvoudiger; die kwam alleen met zijn chauffeur. En vorig jaar hadden we de Canadese president op bezoek. Zijn veiligheidsmensen, met van die oordopjes in, wilden zelfs een bloemstuk uit elkaar plukken. Dat heb ik voorkomen. Die dingen zijn duur, en ik wist zeker dat er niemand bij was geweest."

Dijkema vertelt zijn verhaal in etappes. Af en toe loopt hij weg om een van zijn vele plichten te vervullen. De ene keer moet hij de promovendus ontvangen en instructies geven, dan weer moet hij de promotiecommissie begeleiden of het verlossende woord spreken. Het is een Groninger gewoonte om 'Hora finita' vrij vertaald: 'de tijd is om' - te roepen, licht de pedel toe, terwijl hij zijn toga even over een stoel van de medische faculteitskamer drapeert. Aan andere universiteiten roepen ze 'Hora est' ('Het is tijd'): "Een kwestie van traditie", aldus Dijkema. In de faculteitskamer van de medici, waar Dijkema zijn verhaal doet, wacht-

wcs NOVEMBER/DECEMBER 1997

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 373

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's