GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 25

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

van zo'n vraag. Het gen voor de ziekte van Huntington is ook niet weggeselecteerd, terwijl de ziekte dodelijk is. Maar de ziekte van Huntington manifesteert zich altijd pas na het veertigste levensjaar (doorgaans wordt men ziek als men een jaar of vijftig is), wanneer de voortplanting erop zit en men zijn erfelijke aanleg om ziek te worden al heeft doorgegeven aan een volgende generatie. Bovendien krijgt minder dan een op de twintigduizend mensen de ziekte. Homoseksualiteit is duizend keer algemener. Antibiotica-kuurtje Er bestaat een hypothese van de bioloog David Haig. Hij is het met Hamer eens dat mannelijke homoseksualiteit van moeder op zoon wordt doorgegeven maar de aanleg daarvoor bevindt zich volgens Haig niet op het X-chromosoom. Hij situeert haar ergens in het cytoplasma, de vochtige substantie tussen celkern en celwand. Bij de conceptie versmelt de volledige eicel met uitsluitend de kern van de zaadcel. In het cytoplasma bevinden zich onder andere de mitochondriën, die de energievoorziening van onze cellen verzorgen. Wellicht leven er ook nog bepaalde bacteriën die zich alleen naar een nieuwe gastheer of gastvrouw kunnen verspreiden door via de eicel van moeder op kind overgedragen te worden. Vanuit het genetisch belang van de mitochondriën en de bacteriën geredeneerd zijn mannelijke nakomelingen een doodlopende weg. Het lijkt erop dat ze ook in staat zijn om in hun genetisch belang te handelen, want uit onderzoek bij sommige soorten insecten is bekend dat er duistere krachten in moeders eicellen aanwezig zijn die mannelijke nakomelingen in een zeer vroeg ontwikkelingsstadium om zeep helpen of tot vrouwtjes ombouwen. Bij een bepaalde wesp is waarschijnlijk een bacterie de boosdoener, want vrouwtjes die aan de 'kwaal' leden dat ze geen mannelijke nakomelingen konden produceren waren na een behandeling met antibiotica hiervan genezen. Volgens Haig passen mitochondriën of bacteriën in de mens een enigszins ver-

gelijkbare strategie toe: in plaats dat mannelijke nakomelingen worden geëlimineerd worden ze de facto gesteriliseerd door ze homoseksueel te maken. Deze hypothese is een mooie opsteker voor Burr, die kan speculeren dat in de toekomst wellicht een simpel antibiotica-kuurtje het risico weg kan nemen dat de aanstaande moeder een homoseksueeltje baart. Maar de vergelijking tussen wesp en mens klopt van geen kant. In de eerste plaats omdat de wespen zich zonder mannetjes kunnen voortplanten - de mitochondriën en bacteriën kunnen dus tot op zekere hoogte hun gang gaan zonder dat het voortplantingssucces van de wespen in gevaar komt door gebrek aan mannetjes. In de tweede plaats omdat een zoon die homoseksueel wordt een even grote investering van zijn ouders vergt als ieder ander kind. Een moeder kan niet meer dochters grootbrengen (en dus meer kopieën van haar mitochondriën en haar bacteriën verspreiden) wanneer haar zonen later homoseksueel worden. Als de mitochondriën en/of eventuele bacteriën werkelijk het aantal dochters zouden willen vergroten ten koste van het aantal zonen zouden ze er beter voor kunnen zorgen dat mannelijke vruchten al in een vroeg stadium van de zwangerschap sterven. Aantrekkelijkheid Het lijkt me waarschijnlijker dat de erfelijke aanleg voor homoseksualiteit in het DNA van onze chromosomen huist. Als mannelijke homoseksualiteit mede door een gen op het X-chromosoom zou worden veroorzaakt, dan is het interessant om te kijken wat zo'n gen in een vrouw doet. Immers, ieder gen op het X-chromosoom zit twee maal vaker in een vrouw dan in een man (een vrouw heeft twee X-chromosomen; een man maar één) en het eventuele positieve effect dat zo'n gen op het voortplantingssucces van een vrouw heeft, telt twee maal zwaarder dan een negatief effect van hetzelfde gen op het voortplantingssucces van een man. Homoseksualiteit is wellicht niet de 'hoofdtaak' van het homogen maar een bijwerking.

Deze bijwerking treedt alleen in mannen op en waarschijnlijk niet eens in alle mannen die het gen bezitten. Er zijn heteroseksuele mannen die toch in het bezit zijn van Hamers homogen. Anderzijds zijn er homo's die het gen niet hebben. Dit laatste suggereert dat een combinatie van meerdere genen en van omgevingsomstandigheden tijdens de ontwikkeling van de hersenen het ontstaan van homoseksualiteit bewerkstelligen. Broers en neven van homo's kunnen wellicht een deel van deze genen met hen gemeen hebben en toch hetero zijn. Misschien zijn homogenen in heteroseksuele mannen de oorzaak van bepaalde psychische eigenschappen die relatief veel bij homo's worden aangetroffen ontwikkelen, bijvoorbeeld een grotere creativiteit. En wellicht hebben deze psychische eigenschappen de heteroseksuele dragers van homogenen in het evolutionair verleden aantrekkelijke partners gemaakt voor vrouwen zodat zij hun genen aan volgende generaties konden doorgeven. Het zou interessant zijn om de aantrekkelijkheid voor het andere geslacht van zowel de vrouwelijke als de mannelijke heteroseksuele naaste familieleden van mannelijke homoseksuelen eens aan een nader onderzoek te onderwerpen. Burrs boek maakt de pretentieuze subtitel 'How biology makes us gay' niet waar; we weten nog niet hoe de biologie 'ons' homoseksueel maakt, laat staan waarom. Maar Burr maakt wel duidelijk dat we in hoog tempo bezig zijn om daar achter te komen.

Chandler Burr, 'A separate creation: how biology makes us gay. New Y o r k , Bantam, 1996, ƒ 55,05. Marcel Roele is auteur van het onlangs verschenen boek 'De eeuwige lokroep: over seks, sekseverschillen en relaties'. Contact, 1996, ƒ 24,90.

wcs

JANUARI/FEBRUARI 1997

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's