GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 115

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 115

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aulus Cornelius Celsus, eerste eeuw na Christus: hij adviseerde pijnpatiënten onder meer de onderste ledematen met olie en zwavel in te smeren, een tekst hardop voor te lezen en vervolgens verdunde wijn te drinken en scherp voedsel tot zich te nemen. En Celsus was nog een gerespecteerd man. De machteloze leemte in de kennis van pijn bij de medische stand werd dankbaar opgevuld door kwakzalvers.

Dat maakt de medicus die pijn tracht te bestrijden tot een handlanger van de duivel. Gevreesd werd de arts m vroeger tijden zeer zeker, de chirurg nog meer, maar toch vooral omdat hij dikwijls kwam om nog meer pijn aan te richten. Met gloeiende ijzeren tangen werd beschadigd weefsel dichtgeschroeid, chronische pijn werd verlicht door een dosis acuut zeer aan te brengen: hoofdpijn werd bestreden met een hoofdverwonding. Een chirurg had tenminste vier assistenten en een bed met riemen om

zijn patiënt stil te laten liggen tijdens een ingreep die alleen met kruidensmeersels en compressen werd gesmoord. Dat artsen desondanks door religieuzen werden geduld aan het ziekbed, had veel te maken met het bekende gebod van naastenliefde. Pijn schreeuwt om verlichting, die werd zo goed en zo kwaad als het kon gegeven. Verlichting, dat moet het gevoel van opluchting zijn geweest na een behandeling met de ijzers, of het placebo-effect van de therapie van de Romeinse arts

Dierlijke geesten In de oudheid werd pijn nog gezien als een kwaal op zichzelf, waar niets goeds vanuit ging. Wie pijn had, kon niet gezond zijn: de eenheid van lichaam en ziel was verstoord. Aristoteles beschouwde pijn als een emotie, als het tegenovergestelde van plezier. Beide bepalen in grote mate ons psychische en dus ook ons fysieke welzijn. De nuttige, waarschuwende functie van pijn werd pas later ten volle onderkend. Gedurende maar liefst vijftien eeuwen werd pijn uitgelegd vanuit de holistische leer van Claudius Galenus, gezaghebbend Romeins arts uit de tweede eeuw na Christus. Hij betoogde dat ons welbevinden onder meer afhankelijk is van de mix tussen vier lichaamssappen: bloed, slijm, gele gal en zwarte gal. Deze werden op verschillende plekken in het lichaam 'bereid', en ter ondersteuning diende onder meer een zenuwstelsel dat de werking van de zintuigen stimuleert. Galenus geloofde niet, zoals Aristoteles vóór hem, dat pijn door het bloed naar het hart wordt getransporteerd. Volgens Galenus waren het de spiritus animalis, de dierlijke geesten, die door het buisvormige zenuwstelsel joegen en de zintuiglijke waarnemingen stuurden, waaronder pijn. Galenus wist niet wat hij zich moest voorstellen bij die dierlijke geesten. Hij heeft nooit helemaal duidelijk gemaakt of hij iets tastbaars bedoelde. René Descartes zou de spiritus animalis later omschrijven als "een zeer ijle wind of liever een soort zeer zuivere en zeer felle vlam". De geesten kregen een plaatsje in de mechanistische kijk op pijn die Descartes in navolging van Galenus voorstond. Pijn wordt direct van de huid

wcs

MAART/APRIL

1997

35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 115

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's