Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 185

VAN REFORMATIE DOOR BREUKE MET DE BESTAANDE KERK.

1

59

ook daardoor, dat de kerkeraad, 't zij in opzettelijke inlichte samenkomsten, of door rondgaande zendbrieven, de gemeente die strijd, omtrent hetgeen voorvalt en haar doe medeleven in den gestreden wordt voor de eere Gods en van zijn Woord. Kortom, gelijk ge een kunstbewerking van een uwer lieve panden geschreeuw, maar onder stille in uw woning niet onder luidruchtig verrichten, zoo ook ga het laten zoudt ernst heiligen met gebeden en

En

bij

eindelijk

deze kunstbewerking

Er Er Er

zij

g eb

in

uw kerk

toe.

e d.

heldere bewustheid van het gevaar dat dreigen kon. desniettemin, moet. zij overtuiging dat het toch, tot een waar en oprecht werk het om er, zij onder dat alles verbrijzeling des harten en vermaken, te almachtigen God

zij

En

voor den

slagenheid van geest.

den boezem des kerkeraads enkele verraders kerkeraad voortkomen een deel der afgedoolde gemeenteleden den en kerkheenvallen hem over verloochenen en de hoogere besturen en de belemmere; hem Overheid voogden hem tegenwerken; en de gedragen, moet alles dat rechter hem ten slotte in het ongelijk stelle, Romeinsche geduld, doorworsteld in den Naam des Heeren. Toen de opsloot en kerkgebouw keizer heel de kerk van Nicomedië in haar en vreeselijker, veel was dat dulden en lijden nog o, zoo

En

of dan

al

uit

;

;

;

verbrandde, toch

§

de kerke Gods heeft over dien machtigen keizer getriumfeerd. 58.

Van

reformatie door breuke met de bestaande kerk.

de roeping van Gods kind indien hij komen moet Nóg ernstiger tot breuke met de bestaande organisatie van zijn kerk. het wordt die roeping, bijaldien het ook tot breuke moet komen met Maar verband waarin die kerk met andere kerken verbonden lag. roeping Christens des wordt nog ernstiger toch onvergelijkelijk veel als het toekomt aan de breuke metdekerk zelve. Bedenk toch wel, bij breuke met de organisatie zoowel als bij breuke met het kerkverband, kwam de geloovige nog nooit voor Ernstig reeds

is

de quaestie te staan, of de eens ware kerk ook wellicht ongemerkt de best uursin de valsche kerk ware omgeslagen. Hij zag dan dat ook dat Woord, Gods van eisch den regeling in zijn kerk niet naar dat het zelfs heiligdom, Gods van de levensaard niet naar de weegschaal zelve kerk zijn maar geworden, was verband met andere kerken onheilig niet. dus hij dacht uittreden Aan bleef hem nog altoos de kerke Christi. Maar,

in het

derde hoofdstuk over de deformatie der kerke, bleek

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen