Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 80
WELKE DEELEN HET GEZAG ZICH
IN
54
SPLITST.
ambt, uitoefent en welk ander deel van het gezag gebonden
is
aan
het organisch ambtelijk leven. Naast de bijzondere functiën van oog, neus, mond, hersenen, enz. zijn er in het menschelijk lichaam ook algemeene functiën, van warmteontwikkeling, gewaarwording, en zoo nu ook liggen in de kerk van Christus naast elkander enz. oor,
;
de
algemeene
b
zondere
werkingen van heel het lichaam der kerk, en de werkingen door haar onderscheidene organen. Beide deze algemeene en bijzondere gezagsoefeningen strekken zich nu uit over drieërlei terrein, t. w. over dat der genademiddelen, over de orde der kerk, en over de rechtspraak. Gezag oefent de kerk op het terrein der genademiddelen, vooreerst ordinairlijk doordien ze macht ontving om Woord en Sacrament uit te deelen en er de conscientiën aan te binden. Dit is de bediening der sleutelen in de predicatie en door particulier vermaan, waarvan het Sacrament als zegel van het Woord niet mag ij
ten andere extraordinairlijk door te genademiddelen tegenstaat, en dat wel door de dwaling te veroordeelen en tegenover haar de waarheid te belijden. Zonder dwaling zou er geen belijdenis wezen. Maar nu er dwaling bestond, bestaat en tot het einde toe bestaan zal, is b e ij d e n s van het wezen der kerk onafscheidelijk. Evenzoo oefent de kerk gezag over de orde die er in haar midden bestaan zal, en dat op tweeërlei wijze, t. w, ten eerste door het opstellen van een kerkorde en het maken van nadere ordonnantiën, en ten andere door de artikelen dezer kerkorde en deze nadere ordonnantiën of maatregelen van orde uit te voeren. En eindelijk oefent de kerk gezag over de rechtspraak; vooreerst door wie in belijdenis of leven misgaat, rechterlijk te vermanen, te straffen en desnoods onder den ban te leggen; en ten andere door den boetvaardige te herstellen in eere en weer op te nemen in den kring, waar het volle genot der genademiddelen gesmaakt wordt.
afgescheiden. bestrijden
Maar ook
hetgeen
die
1
i
Van deze drieërlei macht dient nu eerst beschouwd het algemeen gezag, aan heel de kerk toekomt; daarna de bijzondere werking van
dat dit
gezag, die gebonden
Aan de kerk
in
is
aan de ambtelijke organen.
haar geheel nu komt toe: vooreerst wat aangaat
de genademiddelen, te belijden, te
der
profetie.
loovigen
het
de plicht en het recht om te getuigen, bidden en particulier te vermanen, alsook de vrijheid In zake de ordre der kerke staat aan de gerecht
om
een
kerk
te
stichten,
of ook, indien de kerk, die er was, wegviel
;
zoo die er niet
en voorts
in
is,
een reeds
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's