Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 123
VAN DE DEFORATIE
IX
komen; en dienovereenkomstig ook menten,
begrafenissen
de
bij
IÓ9
HET KERKBESTUUR.
bij
de gebeden,
en wat dies meer
bij
de Sacra-
te streven
zij,
naar
van een heiligen vrede intusschen zoomin uitwendigheden van zaak deze in is Gods. Nu mate toegeven buiten een als soberheid, van verheffen een bovenmatig klimaat en van verschil is er ook geoorloofd; neiging aan zinlijke hier reeds zou Italiaan, een voor is sober Wat van nationaliteit.
sobere zinrijke symboliek, die
uitdrukking
is
bont en overdreven heeten. Vaste regelen bestaan er in dezen niet, wane en is alzoo de deformatie minder licht te constateeren. Toch kunnen zou deformatie geen eeredienst den niemand, dat daarom in Engelsche insluipen. Het droeve voorbeeld van de ritualisten in de dier kerk deel goed Een tegendeel. het zusterkerk bewijst helaas vanhaareeredienst uitwassen wild «i-aat juist door het onbesnoeid en hoogte als te o-ronde. En ook al stijgt het kwaad niet tot zulk een een kerk ook ten onzent reeds tot deformatie in den eeredienst, indien gemis aan geestelijken klank in orgelpijpen het lied, de kerk verleidt om door kunstmatig spel aan de
in
toch
Groot-Brittannië,
neigt
der geloovigen niet meer opwelt; indien men de ongeestelijkhcid van het gebed door lichamelijke buigingen zoekt weer gaan te vergoeden; en voorts door gedurig opstaan en dan koorgezang, zitten, door allerlei beurtzangen, of veelstemmig zingen of
te ontlokken,
wat
door
of ook
uit
de
ziel
gewaden en het aanbrengen van kronen en
plechtige
uitwendige poogt te vertoonen, wat in de wat is het, dat ook ten onzent de Opmerkelijk ontbreekt. zaak der kern het „Mijn Heer en mijn zoolang bleef sober en zuiver eeredienst en met allerlei opgesmukt maar kwam, harte het uit haar God!" er de Godheid Groningers de toen werd, versierd vreemdsoortigheid met toespraken weer gemeente de en wegdroegen, des Heeren uit
meer
dies
zij,
in het
afgemetenheid en onbezieldheid van den practischen Ariaan.
l de §
47.
Van
Deformatie
de deformatie in het kerkbestuur. in
het
kerkbestuur kan
daardoor
ontstaan,
dat de
personen der kerkbestuurders ongeestelijke, bureaucratische, vormevan alle gaven des Geestes voor het bestuur van zijn, lijke lieden
kerk
Jezus' zij
het
ook
neio-en,
misdeeld.
Ze
zullen
dan het recht ongewroken
laten,
dat ketterij of bandeloosheid het schendt, en ten slotte zelfs
om hun macht
als
rechters te misbruiken,
om
wat onrecht
Intusschen is is recht te doen heeten en de onschuldigen te verdoen. Deze dit nog niet deformatie van het kerkbestuur als zoodanig. deformatie is dan eerst aanwezig, als de bestuursinrichting zelve
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's