Bedoeld noch gezegd. - pagina 27
33 waagt,
verder
schrede
uu
cii
ook doonlringt tot de politiek, tot het rerht en tot de
loclenschap.
Dan
Am gaat
de Halven*
roepen
tocli
uw welnemen: we beginnen pas!" Dan volgt er een oogenblik van lijks,
wat het worden
stroom zich toch weer
Want
Tot ten
zal.
in
rjc
te
ver! en getuigen de Heelen
verwarring; er ontstaat gedrang, leste het
«Met
nauw-
gist
proces toch weer zijn pad afloopt eu de
bedding voortbeweegt, slechts een weinig versmald.
zijn
»Nu ge
het dan op keus komt, zegt de Halve:
als
men
:
zóó ver
drijft,
blijf ik
op politiek terrein liever met de mannen van invloed, en op wetenschappelijk erf liever de
niet iville
mannen van naam, dan
en op kerkelijk gebied liever met de maLiinenvan goeden
dat
met uw Gideonsbende voorttrekkend,
ik,
straks én op
wetenschappelijk, én op kerkelijk terrein, tegen mijn land en burgers
op
én
politiek,
kom
—
vereenigd,
over te staan.
En kon soms opkomen;
//Op
spronkelijk
reikte
mogen
uw
eer ik van
bedoelen verder!"
zijn
op
ik
bij
— laat
mij u
dan verwijzen
Juli ter De/9M^rt^cw-vergadering sprak,
2
U
Kuyper nu den nadruk, maar oor-
dien volzin legt
wat
naar
een onbewaakt oogenblik, de gedachte
in
vlugschrift kennis
nog
kou nemen.
Het luidde aldus: Mijne Heeren en Broederen!
Vergunt
welkom geldt,
ook
mij,
die
riamens
aan deze
heeten
te
mijne geachte medeloden van het Centraal-Comité, u
Een welkomstgroet,
plaats.
afgevaardigden onzer Kiesvereenigingen uit
als
die
alle
in
de eerste plaats u
oorden onzes lands her-
waarts opkwaamt, maar dien ik toch, met niet mindere waardeering voor
uw opkomen,
evenzoo richt tot de leden der Staten-Generaal en -Provinciaal, en tot de vertegenwoordigers der Pers.
De beweegreden is
bijeenroeping
tot
van deze Buitengewone Deputaten-vergadering
u geen geheim. Reeds
overladen jaar
zou
te Utrecht in
1883 wierd besloten, dat een buitengewone vergadering, niet
met zorgen en bezorgdheden voor de algemeene worden saamgeroeiien
ter
verkiezingen, in een vrij
bespreking van onze houding met opzicht tot de
artikelen 194 én 468 der Grondwet.
Aan
besluit
dit
kon
in
1884 ter oorzake van de tusschentijds invallende Kamer-
ontbinding geen gevolg worden gegeven.
In 1886
waarschijnlijk zelfs een tweede ontbinding. vanzelf aangewezen,
Nog
iets
de
mannen
was dan
dit waarlijk
onzer richting ter vrije discussie
om
veel
gewicht ontbloot, verhaastte de saamroeping
vaii
verkiezing,
ivyc
saam
te
yaco' als
komen.
wat er meè sa&nihing, ons Deputaten-corps,
de onzekerheid, die begon te zweven over het mandaat van uwen Voorzitter.
Ware geen Kamerontbinding vergadering,
ook
wacht ons een periodieke
zoo
anders, schijnbaar onbelangrijk, en toch.
niet geheel van t.w.
om met
En
als
die
alsdan
Voorzitter
zijn
dit
tusschen beide getreden, zoo zou
jaar zou gevallen
afgetreden.
Nu
zijn,
én
tusschentijds
als lid
hij
in
de gewone
van het Comité, én dus
ontbinding
inviel,
verschoof zijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1885
Abraham Kuyper Collection | 56 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1885
Abraham Kuyper Collection | 56 Pagina's