GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Afwerping van het juk der Synodale Hierarchie - pagina 17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afwerping van het juk der Synodale Hierarchie - pagina 17

1. bekendmaking van den Amsterdamschen kerkeraad; 2. bericht van reformatie; 3. verklaring der ontzette kerkeraadsleden

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

13

'

mag

derhalve nimmer aan deze ontzetting' vrijheid ontte onderlatcn, tenzij het hem op goede en deugzij, dat de op aarde gewezen uitspraak tevens ook de uitsp/aak van zijn Koning daarboven in de hemelen zij.

dienin^<:f

ontzet wordt,

kenen, om zijne bediening dehjke gronden gebleken

zien, dat hij door verblin§ 3. Evenzeer echter heeft een iegelijk wel toe te ding voor eigen schuld of partijdige vooringenomenheid tegen zijnen rechter, aan dezen plicht tot geestelijke onderzoeking geen vrijbrief ontlcene, om een ambt, dat hij niet slechts naar menschclijk feilbaar oordeel, maar ook naar den wil des Heeren verloor, op aanmatiging van eigen onfeilbaarheid te willen behouden. De verzoeking hiertoe kan voor het vleesch somwijlen sterk en schoonschijnend zijn, en toch zou een iegelijk, die op zulk een wijs eigen willekeur tegenover de ordinantiën des Heeren stelde, niet aan anderen een acgen, maar aan zichzelven een oordeel in zijn ambt bedienen. Ook wij die ons thans door de hoogste Kerkelijke rechtbank in het Hervormd Kerkgenootschap bij eindgewijsde uit ons ambt ontzet zien, hebben ons alzoo voor tweeërlei zonde te wachten. P^nerzijds voor de zonde, dat we een ambt onbediend zouden laten, dat wel een meiischelijke rechtbank ons afnam, maar ivaarnit niet onze Koning ons ontsloeg. En anderzijds voor de even bedenkelijke zonde om, bijaldien we niet slechts door menschen, maar ook door Koning Jezus ontzet waren, ons desniettemin een bediening te blijven aanmatigen, die Hij ons ontnam. Iets wat niet enkel voor de Predikanten onder ons geldt, als zijnde hun bediening van duurzamen aard, maar evenzeer van de Ouderlingen en Diakenen, wier dienst na korter of langer tijd afloopt. Want immers de vraag waarop het hier aankomt is volstrekt niet, of wellicht uit anderen oorzake onze Bediening ten einde loopt of neergelegd moet worden, maar uitsluitend of wij uit ons ambt ons hebben terug te trekken op grond van

hetgeen ons in het tegen ons getvezen vonnis ivordt ten laste gelegd, bij dit onderzoek nu dient te gelden, dat in goeden Kcrkstaat der Kerken in haar wettige vergaderingen boven het oordeel van particuliere kringen van geloovigen of van den enkele staat. Maar dat evenzeer in tijden van Kerkelijke ontreddering de Geest des Heeren kan wijken uit de Kerkelijke vergaderingen of Colleges, zoodat de geestelijke uitspraak van velen der getrouwe belijders of ook van den enkele onder hen in haar recht komt te staan tegenover die der Kerken. En alzoo het nu openbaar en kennelijk is en door een iegelijk wordt toegegeven, dat de staat onzer Kerken niet is gelijk hij zijn moet, maar zelfs in zeer hooge mate ontredderd is, dient allereerst onderzocht of onze Kerkelijke rechtbanken, die ten deze rechtspraken, geacht kunnen en vermoed mogen worden, van met geestelijke meerderheid het oordeel der enkele geloovigen te binden. Bij dit onderzoek nu blijkt al aanstonds Kerkelijke rechtlo. dat onze banken zich niet binden aan de autoriteit van het Woord van onzen Koning, ons gegeven in de Heilige Schriftuur; 20. dat zij het gebed in den naam van onzen Koning verzaken, of dit althans tot zulk een onbeduidendheid inkrimpen, dat van de behoefte om de gemeenschap des Heiligen Geestes te ontvangen eer het tegendeel blijkt 30. dat in deze rechtbanken mannen zitten die openbaarlijk en schaamteloos uitkomen voor hun loochening van de Godheid des Heeren Christus, van zijn wondere Vleeschwording, van zijn Opstanding en Hemelvaart en van het goddelijk vermogen van zijn Verlossingswerk,

§ 4.

het

Als regel

oordeel

:

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886

Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's

Afwerping van het juk der Synodale Hierarchie - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886

Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's