Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 123
121
OPENBAAR SCHRIJVEN.
name
worden voortvloeiende verkeerdheicl of overtreding b ij kan gelden voor het vonniet toch die eisch nitgedrukt," Een van bevoor de acte eisch tevens s o o is e of fili nis p 18S6 van 26 schrijven Januari bij feit nu Het schuldiging. door het Provinciaal bestuur aan de voorloopig geschorsten te i
,
gelegd heet: „het bij de eindbeslissing gestemd hebben vóór de wijzigingen en bijvoegingen in het Algemeen Reglement en Instructie voor de Commissie tot het Bestuur over de Kerkgebouwen, Goederen, Fondsen en Inkomsten der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Amsterdam, onder protest goedgevonden in de vergadering van den Algemeenen Kerkeraad van den \¥'''' December 1885"; dequa'ificatie: „te hebben gehandeld tegen bepalingen van art. o al. 2 van het Reglement voor Kerkelijk Opkiste
zicht en Tucht." Deze omschrijving nu van het feit zal nietig blijken, en de er van gelijk aan die van „bepalingen van het Wetboek van Strafrecht' te hebben overtreden." Dat zonderlinge feit zal hetzelfde moeten zijn als het
qualificatie
ergerlijken aard, ter waarvan het Classicaal bestuur de voorloopige schorsing heeft uitgesproken. Het is een gewoon en dagelij ksch verschijn-
geruchtmakend bezwaar van zake
dat het besluit, hetwelk de meerderheid eener vergadering neemt, de minderheid ontstemt. Intusschen, wat hem, wien
sel,
daarom nog niet in ergert, is ergerlijken aard eenen van misdaad het doet, „eene zelve bewoordingen luid dier Naar en tevens geruchtmakend." aller welke zedewet, der overtreding grove eene moet er zijn Chrisde dat heilige, het jegens vergrijp een of kwetst gevoel Én dat kan nooit bedreven worden, telijke conscientie krenkt. wanneer een lid eener vergadering, aldaar verplicht zijne stem over het door den voorzitter in omvraag uit te brengen gebrachte voorstel, naar zijn beste weten voor gezegd heeft in plaats van tegen; ook al moge hij daardoor in het oog van anderen zwaar hebb'^n misgetast. En voor toepassing van het meer aangehaalde art. 48 is bovendien noodig, dat het teit geruchtmakend zij. De stemmingen van den Amsterdamschen Kerkeraad over een reglement van administratie der kerkelijke fondsen, kunnen wel de hartstochten der onmiddellijk daarbij betrokken personen gaande maken, gerucht maken De Kerkeraad uit zich zelve, zelfs in de gemeente, niet. zij vergadert niet in het openbaar; van de leden die voor en tegen gestemd hebben, wordt geene aanteekening gehouden. niet hem, die
het
naar
;
den
zin
is,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's