Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 92
;
dit
DE VOORLOOPIGE SCHORSING.
§ 23.
90 reglement
te vernietigen.
En
dit
nu mochten,
dit
konden de geschor-
sten niet toegeven, overmits naar hnnne vaste overtniging znlk een recht tot inmenging in de Beheersregeling aan de hoogere Besturen niel toekomt. Meer nog, de meeste leden van het Classicaal Bestuur wisten, dat althans
met hun handteekening verbonden hadden, om een reglement na te leven, dat zulk een vernietiging uitsloot en onmogelijk maakte. Hoe kon dan, behoudens eerlijkheid en goede zeden, zulk een eisch ook aan deze zes mannen worden gesteld ? Feitelijk staat het geschil dus zoo, dat het Classicaal Bestuur alle vervolging staken zou, indien maar zekerheid kon worden geboden, dat de genomen besluiten van 14 December 1885 werkeloos zouden blijven; maar overmits achter deze dan toch nog de besluiten van 12 April 1875 liggen, zou het Bestuur toch geen veiligheid herkregen achten, en door dezen angst geleid, tenzij ook die besluiten hun werking verloren kwam men er zoodoende toe, tachtig mannen aan te tasten om een Besluit, in 1 885 genomen, maar zonderjze van rechtsvervolging te kunnen ontslaan, tenzij ook een Kerkeraadshandeling van tien jaren her, waaraan verreweg de meesten part noch deel hadden, krachteloos ware gemaakt. Kon verkregen worden, dat men in Beheerszaken voortaan het recht tot inmenging aan de hoogere Besturen toekende, terstond zou de vervolging gestaakt en de schorsing opgeheven worden, en viel elke drang tot het oefenen van tucht weg. Maar nu de aloude overtuiging, die ook in de Synode zelve dikwijls zoo welsprekende tolken vond, t. w. dat Bestuur en Beheer gescheiden zijn, niet plotseling was uit te roeien, nu moest de vervolgingdoorgezet en kan het Classicaal Bestuur niet rusten, eer het de mannen, die deze overtuiging zijn toegedaan, ontwapend heeft. Zoo komt het er dus op neer, dat onder den vorm van tuchtoefening eigenlijk de zegepraal van de ééne overtuiging over de andere wordt nagestreefd en het is door de onzuivere gisting, uit deze verwarring van tuchtoefening met partijschap ontstaan, dat de onbegrijpelijke aanklacht tegen de heeren Ds. P. van Sou en zijne medestanders wierd geboren, als stonden zij schuldig aan zes der geschorsten zich stipt
;
;
„verregaande onrechtzinnigheid." licht op deze aanklacht wierp het Classicaal Bestuur toen het drie uren nadat het deze „verregaand onrechtzinnige" mannen geschorst had, ijlings besloot de attesten af te geven aan de leerlingen van Dr. Berlage, Ds. Ternooy Apèl en Dr. Laurillard, niet overmits het feitelijk recht der Modernen erkend wierd, maar omdat het deze leerlingen houden moest voor in confessioneelen zin onberispelijk
Eigenaardig
zelf,
reehtz innig.
De
publicatie, die
dit
den volke kond deed, luidde dan ook:
Het Classicaal Bestuur van Amsterdam, in het midden latende, een Kerkeraad wettiglijk verplicht is, attesten van „goed zedelijk gedrag" af te geven aan wie elders „belijdenis van hun Christelijk geloof" willen afleggen vast overtuigd, dat noch de leer- noch de belijdenisvrijheid door de van kracht zijnde Reglementen gewettigd is dat de duidelijke verloochening van onzen Heer Jezus Christus als onzen eenigen en of
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's