De twaalf patriarchen - pagina 33

Iilllilllil.lllilll

••••'• ••'•••''•'

Kltl'ilKIlKIlllKKIIIIIil'lil'lllll'lll'l

I

•

I

>

I

I

•

•

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

i

Wet

:

het

des

vertreden

En nu voor de

en

Ileeren,

uit

duizend.

Filistijnen

Israël

Dan

Avas

Want

aan den vijand betaald

Sivison,

wie

en die ééne

niets

te

naam

spreekt

dan

hij

met en op het kinnebakken sloeg en Gods

naam kwam

in

I

te zetten.

is er, die schrikkelijker

gericht aan Israëls vijand heeft voltrokken

Lan's

I

om

door den Heere vermand wierd,

van

I

25

DE PATKIARCH DAN.

I

I

zeggen.

Ja II Rachel was

.:ij,

niet

van

Bilha

en

voo)'

?

Bilha had er

zijne moeder.

kwam

slechts voor Rachel op.

Rachel haar kind.

Hier dus geen samenhang tusschen wat omging in Rachels

den naam gaf, en Dan, die geboren wierd.

hart, die

Juda en Simeon een naam vol karakterzin, maar een

als bij

naam van

uitwendige roeping.

God Rachels

omdat

beduidt

iJcüi

was het met

toch

Eii

I

I I

I

recht

Dan

zal dit

kindeke heeten,

tegenover Lea gewroken heeft.

dat de Heere richtend optreedt. Jefta,

En

nu, dat

met Gideon, met Simson.

hen en door hen richtte de Heere.

In

liillllHll

"Niet

I

I

I

•

•

I

I

hing

de

wijze

waarop Dan richten

zou, weer

I

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen