Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 406

DE ONDERNOMEN VELDTOCHT.

388

Gemeente vertegenwoordigde,

met de nieuwe formatie

die

niets

meer

te

Men

is

maken had.

Wie mag

macht

eene

door

macht

goedkeuren

ooit zulk onzinnig en onzedelijk streven

Men

afgezet.

erkent die

Maar men vraagt aan

vernietigen.

handelingen als niet gedaan

te

macht

diezelfde macht,

?

Men

niet meer.

om

wil die

hare eigene

beschouwen, en die voorgenomene en aange-

kondigde vernietiging van haar bestaan zelve en volgens hare eigene

menten

gaan

te

leiden.

ik in die dagen gevraagd

Menigmaal heb

:

regle-

Geschiedt

de leiding van die broeders door een bedwelmd of door een krankzinnig hoofd ? Br. Hogerzeil werd namelijk als Voorzitter van den

Algemeenen Kerkeraad

door nog fungeerende, maar het gansche jaar door zich onttrokken hebbende uitgenoodigd

Kerkeraadsleden

En

in

zelf,

alle,

ook van de ontzette

bepalen welke gedragslijn de Kerkeraad zou volgen. Het

leden, ten einde te

sprak van

oproeping van

ter

dat br. Hogerzeil weigerde.

Toen deden

die leden het zelf.

de vergadering van IG December werd het kindeke gekleed,

opgemaakt

o-ehouden, en zijn signalement

;

ten

doop

blijkbaar was alles reeds gereed,

en behoefden er slechts eenige formaliteiten in acht

genomen

te

worden; de

tour de force, die verricht moest worden, eischte slechts een handgreep.

Eerst werd het publiek op deze, onder den met verschrikkelijk groote en zwarte

letters

gedrukten

„Nederduitsche G-er e formeer de Kerk {Dolee-

titel:

rendey^ geplaatste advertentie onthaald

:

„Aan de Gemeente" wordt bekend gemaakt 10 dat de Kerkeraad, wederom opgetreden zijnde, na kennis genomen :

de

beslissing

op

i

December

j.1.

in

te

hebben van

de Amsterdamsche Tuchtzaak gevallen, besloten

heeft het juk der Synodale Hiërarchie af te werpen. 2o dat de Kerkeraad daarop

wederom

in

werking heeft laten treden de Kerkenorde,

die hier vóór de invoering der Synodale Hiërarchie d.

3o

dat de Kerkeraad dientengevolge den vroegeren

i.

tot

1816 gegolden

naam van

:

heeft

Nederduitsche Gere-

formeerde Kerk weder heeft opgenomen. 40 dat de Kerkeraad, na de opgedane ervaring van de houding der machthebbenden, het niet geoorloofd acht, voorloopig zijn recht op de

der Gemeente te doen gelden, en alle rechten, als doleerende

Kerk

uit

gebouwen, bezittingen en goederen

dien hoofde, onder uitdrukkelijke reserveering van

optreedt.

50 dat van deze Reformatie der

Kerk door

het afwerpen van deze

tweede Hiërarchie

kennis aan de Gemeente wordt gegeven in onderstaand Bericht van Reformatie 60 dat de gronden waarop het blijven in hun ambt van de nu ontzette Kerkeraadsleden rust, ter kennisse van de Kerk worden gebracht in de hieronder staande verklaring. 70 dat op aanstaanden Zondag de Dienst des Woords weder zal worden opgevat, en den daarop volgenden Zondag de bediening der H. Sacramenten alsmede dat aangifte voor den M. Doop in dit bijzonder geval vóór Woensdag den 22en December, 's avonds ;

te

6

uur,

schriftelijk

wordt

Kerkeraad, Heerengracht 192.

ingewacht

bij

den Heer P. Goedhuis, subscriba van den

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen