De vleeschwording des woords - pagina 106
46
GEEN VERNEDERING?
den memschen gelijk wierdy Maar dan nu voorts daarna ten tweede, in vers 8
mensch
er
En
:
heeft
zijnde,
alzoo in die gedaante als een alsnu zichzelven vernederd
hij
door gehoorzaam te worden tot in den dood. Vernietiging en vernedering worden door Paulus dus
onderscheiden
twee dat
ze
;
onderscheidene menscli
hij
mensch wilde
wilde
van
daden
worden
een
van
zijn
liefde
de
;
maar duiden
;
aan
tweede
:
de
dat
eerste
hij
als
lijden.
Reeds het mensch-worden dege
hetzelfde
niet
zijn
ontlediging glorie,
een
van
is
dus op zichzelf wel ter-
zijn majesteit,
een afleggen
vernietiging van zijn goddelijke
heerlijkheid en alzoo een zeer dispe vei'nedering gevfee&i.
En
overmits
nietiging,
nu,
buiten
ontlediging
en
de zonde om, zulk een veraflegging van glorie in den
Zoon van God onbestaanbaar dezen
weg
is,
zoo struikelt ook op
het vreemd beweren der moderne orthodoxen
dat de
Zoon van God toch mensch zou
ook
ware
al
Adam
staande gebleven.
zijn
:
geworden,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's
![De vleeschwording des woords - pagina 106](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/de-vleeschwording-des-woords/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's