Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 386
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
DE ONDERNOMEN VELDTOCHT.
308
Amsterdam
van
Bestuur
sicaal
iemand
zelfs dorst
in
in
De
stemmen voor de geïncrimeerde Beheersbepalingen
het
Menigeen vond zulk eene
„verregaand onrechtzinnig" vindt.
kwalificatie
ongerijmd, en
Trouwens
Christelijke Schoolbode i) te schrijven:
er
is
niemand
gansch Nederland, die begrijpt, waarin Ds, van Son's „verregaande onrechtzinnigheid
Nu,
bestaat."
wel degelijk
begrijpt
bijv.
gij
Gij
zult
—
brekende, zenuwenschokkende en reeds schreef: strijd
in
,,
met Dr. Bronsveld en vele andere historiekenners
dat
toestemmen, wat
Onrechtzinnig
spreekt (of handelt)
ieder, die
is
.
uitsluitend over de vraag naar
Nu
.
.
ik elders
helaas
!
gedurende deze hartaangrijpende, hoofd-
ook booze hartstochten-kweekende dagen,
met de door
zijne
Kerk erkende
leerstellingen
loopen de leerstellingen der Ned. Herv. Kerk
den weg
tot het
hoogste goed, maar ook
beslist
niet
en dui-
Kerkvorm,"
delijk over quaesties van Staatsrecht en
In betrekking nu tot de daad van 4 Januari
1
886
men
zal
de door het
uit
uitgegevene officiëele stukken kunnen zien, dat de klacht over die
,,
Cl. Best.
verregaande onrecht-
zinnigheid" betreft den kerkvorm en de kerkregeering, en niet de belijdenis van den
der
Hervormde
Indien een
zaligheid.
het
Pausdom aanhangt,
rechtzinnig, en indien hij stemt voor tyrannie,
dan
Nu
vreeselijk ongereformeerd.
hij
is
van 1816 ook gansch niet zuiver
Zij
:
Duitsche landsheerlijke gezag tot
is
verschrikkelijk on-
ook van onbevoegden,
in geestelijke zaken,
de kerkelijke organisatie der Hervormden
heeft de Episcopaalsche
vader.
Maar de door
ook door het Provinciaal Kerkbestuur, vernietigde
nog
standpunt
Gereformeerd
weg
hij
is
Kerk
tot
moeder en
het Classicaal Bestuur,
het
en nu
artikelen omtrent het Beheer, zijn
op
veel afschuwelijker dan dat organisme, waarop, van zich
Gereformeerd roemenden kant, zoo verschrikkelijk gescholden wordt," en hetwelk, voeg
door het veel
ik er thans bij,
betei'e
van 1848- -1852 vervangen werd.
De achtenswaardige en hooggeachte voorzitter van het Classicaal Waarde Broeder Bestuur van Amsterdam heeft in de Kerkeraadsvergaderingen van den 4den en van den !
5den
Januari
verklaard,
dat de daad der provisioneele schm'sing,
zijde
zooveel
smaad en
hoon en vervolging berokkende,
God
dat
ons
er
overtuiging
geroepen
toe
het
wederom
diezelfde daad,
na
de
van wat
lezing
verricht was.
welke ons van die
het volle en
Nog heden
ten
dage
deze onze
op gelijke wijze, en op dezelfde gronden verrichten,
ja.
geschreven hebt niet het minst, met nog vaster overtuiging.
gij
Toen
mijzelven betreft, vergunne mij het publiek eene confidentie.
Wat
vaste besef, is
zoo het Bestuur er morgen weer toe geroepen wordt, zal
en
ongeschokt,
had-,
in
ik
de don-
derbui zag opkomen, en zag dat ze vooral boven mijn hoofd zou losbreken, heb ik een
Gethsemanè doorleefd, zooals
om
steld,
geen tweede in mijn leven gekend heb. Ik heb gewor-
ik
toch dien beker niet te
mogen drinken. Ik had onder degenen,
die
ik
mede
moeten schorsen geen enkelen persoonlijken vijand integendeel vele broeders en onderscheidene volgelingen, óók hoofden van gezinnen, waarvoor mijn dienst ten zegen zou
;
was geweest; had
ik
in
niemand
eenige
der Kerkeraadsleden had mij ooit beleedigd, en met niemand
Kerkeraadsvergadering een boos woord gewisseld.
mijnen eigenen godvreezenden^ ik
zou het toch gedaan hebben,
er
dit
aan
toe
Maar, al had
ik
gelukkig reeds ontslapen, vader mede moeten schorsen, al
ware
vleesch en bloed
dan ook
beziveken.
En
ik
mag
dat in geen der veelvuldige vergaderingen, die het Classicaal
voegen,
Bestuur over die zaak moest houden, door niemand over «ïVwza/z^ der geschorsten eenig
hard oordeel geveld of nijdig woord gesproken werd. Ja, ging het gelijk
het
mij
gegaan
is,
dan werd vooraf reeds vergeven
al
al
mijne medeleden
het misdadige, dat
men
dientengevolge ons met woorden of werken zou aandoen, 't
Is
treurig,
dat
zulk
eene
eenigen troost één gevoelden.
I)
No,
26.
Zij
daad mannen
treflfen
hebben echter nooit
moest, met wie wij ons in den oji
formeele wijze het Classicaal
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's