Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 395

DE ONDERNOMEN VELDTOCHT. Wie,

die,

nood en duizend

in

om

Tot hem

Wat dolend Heeft

hij

kwam, ?

van dat Herdershart,

iets

de borst

in

vreezen^

schaap, wat hongrend lam,

koelzinnig afgewezen

Hij had

Dat

raad en hulpe

377

zijns

Meesters klopte,

Dat balsem der genezing dropte

wond van

In de open

Doch keeren

wij terug tot

De

des Woords.

akker

élke smart!"

de levenden, en dus strijdenden, op den grooten

uitslag

kan

Naarmate het jaar 1886, en ook

in weinig

woorden uitgedrukt worden.

het proces zijn einde naderde, verflauwde

de toejuiching en verzwakte de ondersteuning, die de Geschorsten vonden

;

Predikanten en Ouderlingen, die uit vrees voor

terwijl ik vertrouw, dat die

de vromen of uit gemakzucht hun ontslag uit de Kerkelijke Besturen namen,

op den duur geen vrede zullen voelen. Deze afneming

is

evenwel niet alleen

danken aan de kerkrechtelijke behandeling van de zaak, maar ook aan het

te

gedrag der Geschorsten, de houding van Kuyper, en vooral aan het dat

over zijn

niet-officieel

—

bedwelmend,

in

over geheel het werken van

De

een zag er met den Redacteur

Satan zich hullend in het kleed van een Engel

:

Satan, de duizenden aangrijpend, voortsleurend, in Dweeperij

Waanzin ontstekend

tot geestelijken

tot

te gaan.

—

;

Satan, wat door

omzettend in den grootsten vloek voor

is,

De

haar en de blijvende oorzaak van hare verdeeldheid."

oude

over die

niet

aan de

met de belangen

het

bij

liefde jegens dien leermeester en dezen

ook

die toch te rade

algemeen

was

zijde

zijner

ander raadpleegde

voormaligen medestander,

van de Geschorsten

stonden.-»

Een derde ging

gemeente, of zijner beurs, of zijner

eer.

Maar

de liefde tot de Vaderlandsche Kerk, tot de orde

eene democratische Kerkinrichting, gelijk de onze, eene eerste levens-

voorwaarde

is,

tot

eerlijkheid

en

goede

trouw,

den

tot

onder de in den naam des Drieëenigen Gods gedoopte tot het kiezen

van onze

bijna de gansche

Kerk

zijde

uitzetten,

—

om

mij een enkele

natie, de drijfveer die

maal dus uittedrukken

Vindicamus patrimonium

noch berooven, noch verdeelen

in slaap gevallen

Evangeliearbeid

—

tot tegenweer dreef.

„Nous maintiendrons r

die

God

den grootsten zegen voor de menschheid en het waar cement

van hare gemeenschap bestemd

zijne

licht

en

der Kerhelijhe Courant (N**, 25) een hoogst

gedeelte

mysticisme

gevaarlijk

des Lichts;

Almachtig

beginselen,

zijne

met Januari begon op

zijnen staf

van het

karakter,

waren

!"

„Wij laten ons niet

Zelfs „Liberalen" en

uit moedeloosheid,

dam, Rotterdam, Utrecht, Kampen.

l

Met hen

,

werden wakker zal

onze

Modernen '% te

Amster-

kamp nog zwaar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen