Gereformerde kerkelijk congress :het juk der tweede hierarchie, drie referaten, op den 11 den Januari 1887 in "Frascati" voorgedragen - pagina 46
42 passing
zou
maar
voor wie
is
moge
missen,
God
conscientiesussing
ter
Eerslelijk toch heet het dan,
om
zonden
onzer
onder
zwichten
maar
klinkt,
mene
verzoening
jammer
dat al deze
zonden onzer
de
en
Heeren,
oordeel des
zijn,
roo/nsch gezegd
van
is
en dat te
van
dat oordeel
nooit
wat wel
Iets
zijn.
aan de volko-
het
overmits
,
overkwam
ons
vaderen,
van Gods uitverkorenen zou
zich te werpen, plicht
vroom
om
en
Avil
dit
gevonden
fijn
vreest, tocli zonder kracht.
onze zonden, ook van onze Kerkzonden, in
al
het bloed van den Eenige te kort doet, en mot de c^«aA'6'gerechtigheid der
schoon
zeer ongeloovig nalaat tusschen een
En ook wel
trekken.
lijden
begaan wordt, de onverbid-
die gelijk hier
zoitile,
grenslijn te
maar
doet,
maar
schijnt,
dat geduld, en een delijke
van Gods volk verwart.
de persoonlijke ongerechtigheid
heiligen
Wel
diep afhankelijk zich voor-
een inzetten van eigen wil tegen den wil des Heeren
feitelijk
die ons als pelgrims juist daartoe zijn
gebod
in de
hand
opdat
lei,
we
is,
er als
met een tooverstaf de ban der zonde mee zouden breken. Niet godvruchtig
maar
goddeloos
eer
zou het dus
onze Overheid gezondigd
met een „wandelen
om
Veeleer
juist bijaldien
vaderen bekent,
zijner
voor zich en voor
vergeven deze
zal
is,
liefde
te
de
in
zijn
wie
voor
God en voor
als volk
ook in
den
Heere
zijn
Woord
kerkelijke zonden en de kerkelijke
hieraan prikkel en spoorslag ontleenen,
Wien
kinderen van zich te doen. vuriger in liefde voor zijn ziel
gemis
door
allicht
zijn
we na
deswege door
ons van het worstelen tegen dit kerkelijk
zal,
ook
hij
indien
en
vuurspranken" gestraft, hieraan een
in onze eigen
vrijbrief ontleenden, te ontslaan.
zijn,
hebben,
te
veel
ook
kwaad beeft,
zonden
om
in zijn
Koning uitbreken. En
dervend, toch veel van zonde
van Nathanaëls oprechtheid
in
ze
kerk wie,
prevelt, zondigt
dat prevelen van
zonde juist op nieuw. In
de
conscientie
tweede plaats trekt
den
strik
wie eerst
doen,
dit
der
men dan om
gegevene
belofte,
de toch reeds
en
juk beloofde te dragen, en thans, onder verzaking
dier belofte, dit juk verbreekt.
Kost het niet inspanning, om, dat er in
zulk zeggen ernst steekt, nog grif en nog gul te gelooven?
Kerk,
derscheid,
den
nu een halve eeuw lang,
waarin jaar
konden,
in
zal
benauwde
beticht van oneerlijk
jaar uit,
men een
strik der belofte toetrekken?
zelfs
het
onnoozel
Er
zal
(die
Of hoe, ineen
ambtsdragers zonder on-
hoofdstatuut straffeloos schen-
en
eenvoudig
ondersteld
man uu
eens de
worden, dat elk
lid
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 56 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 56 Pagina's