Uit de diepte - pagina 66

,

60

Wij moeten niet meenen, dat Zachéüs' huis de zaligheid wordt toegezegd, omdat hij rechtvaardig wil handelen maar in die handeling komt de genade, hem betoond, uit. In wat beloofde openbaart hij de gesteldheid des harten, en zoo hij grondt zich de uitspraak des Heeren op hetgeen door Zachéüs was gesproken. De vruchten zijn nooit als den grond des geloofs aan te merken, doch wel als de bewijzen des geloofs te nemen. Het geloof wordt in daden openbaar; daarom zegt ook de Chris21: »Niet een iegelijk, die tot My zegt: Heere tus, Matth. 7 Heere! zal ingaan in het koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil mijns Vaders, die in de hemelen is." De naam Zachéüs is gelijk Zakai, de reine. Thans kan hy dien naam naar waarheid dragen. Hij was een kind van Abraham naar het vleesch zijn naam toont dit duidelijk nu werd hij het ook naar den geest. ,

1

:

;

;

Abraham

toch

is

de vader der geloovigen.

Een verloren schaap van het huis Israels is gevonden en het doel van de komst des Heeren bij Zachéüs bereikt. Hij was verloren, ofschoon hij r ij k was de rijke naar de wereld miste den waren rijkdom, die in eeuwigheid blijft; doch op ;

laatste reis des Heeren naar Jeruzalem gaat Hij door Jericho, de stad, welker opbouw eene vervloeking medebracht, en bereidt er Zachéüs een zegen. De Heere maakt hem rijk in God. » Dezen huize is zaligheid geschied", zegt de Heere. Zachéüs en zijn huis ontvangen eene bevoorrechting boven 9. allen, want in Jezus ontvangen ze alles, Coloss. 2

de

:

Mijne hoorders kunt gij u eene voorstelling maken van de zaligheid, door Zachéüs ervaren? Wat moet het hem eene blijdschap zijn geweest, met de zonde te breken! Niet weinigen zoeken de zaligheid juist in die zaken, waarin ze niet gelegen is, maar ook, velen stellen haar op een verkeerde wijze !

De zaligheid is verbonden aan het doen van Gods geboden, het betrachten van des Heeren heilige wet. Zalig te De Heere drukt het aldus zijn is aan de zonde te ontkomen. uit: »De Zoon des menschen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was." Tegenover verloren zijn staat behouden worden, en de Zoon des menschen behoudt i. a. w. de Zoon des menschen doet iemand zijne roeping volbrengen. »Hoe?" vraagt gij wellicht, »is behouden worden aan zijne roeping voldoen?" Niets anders, mijne hoorders! De mensch is verloren, verloren voor God, die hem de roeping gaf om zijn eere te melden en zijnen lof te verkondigen. Deze roeping is verzaakt, en zoo wordt de mensch verloren genoemd. Wordt hy dus behouden, dan wil dit zeggen, dat hij behouden zich voor.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen