Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 87
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
HET PLAN DE CAMPAGNE. Weehhlad schreef omtrent het
van wet en
verschil
69 feit
op schoolgebied, dat
Kerk gelden: „Onze
moest, bovendien, helaas! ook van de
staatsrechtelijke
en werkelijke toestand, onderling vergeleken, geeft het verschrikkelijk resul, dat
taat,
bevinden
ons
wij
iu
den
toestand
van pertinente en publieke
leugen, van dagheldere verzaking der Hollandsche eerlijkheid,
Wetsvertreding en conscientie-rechtsverkrachting
;
hem
regeering dien toestand verdedigt, en de orthodoxie schuwen
oogen durven zien". Kerkrechtelijk toch echter niet zelden het tegendeel.
lijk
is
toestand
komen kon,
Naar
niet onder de
Toen men nu meende, dat er langs den weg
ja,
feitelijken
met den
dat veeleer het reglement pasklaar
gemaakt was voor den onrechtmatigen toestand, zichzelven te helpen.
officiëele
omdat de
ieder tamelijk wel rechtzinnig, feite-
van procedeeren geene behoorlijke overeenstemming van den reglementairen
van
des te treuriger,
heeft
zijne eigene particuliere
menigeen getracht
opinie omtrent personen
en kerkeraden, heeft men, het Kerkverband, volgens hetwelk allen rechtzinnig schuivende, in kerkelijke handelingen voor ongeloovig of voor
zijn, ter zijde
geloovig gaan verklaren.
De
wateren der verontwaardiging waren gestegen tot Amsterdamsch peil
de
beukten
en
beweging
Ook de
de
geestdrift,
volharding
;
door
kleine
rechten
ontnemen
te
had men een goed getal
burgerij,
het
in
omdat
zat
in die
onderofficieren,
harnas
geroepen, bereid tot allerlei soort van
er geen winstgevende betrekkingen bij te verlie-
zen waren en het vooruitzicht schoon was,
De
Er
gevoelde dat het ernst was.
hun gekrenkt rechtsgevoel en door hunne verstandhouding met
weerstand, te meer,
heid
men
belangstellende leden begrepen er alles van, en door den ouderlin-
gen eenige sterk
reglementaire dijken met klimmend geweld.
kracht,
te leeren
om ook
de officiereu onderdanig-
en tot afhankelijkheid te brengen door geldelijk hulpbetoon.
Souvereine Gemeente zou dan eerst als souverein gaan regeeren, wande geringste milicien een deel van de macht des hevels kreeg, en dit
neer
dan overdroeg aan den Napoleon van het
geestelijke legertje,
van Gods uitverkorenen, den lasthebber volgens een
den Uitverkorene
zedelijk plebisciet.
Alles wat belang stelde in het Evangelie keurde het drijven van het
derne
radicalisme
Staat
om
Evangelie.
en
de
af,
maar ook evenzeer
door het openbare onderwijs het volk af keerig
Het
verzet werd krachtiger,
offervaardigheid
onderwijs
gelijken
tred.
hield
Mo-
het drijven der Liberalen in den te
maken van
het
naarmate het drijven sterker werd,
met de klimmende begeerte naar
Christelijke scholen voor lager, ja
Christelijk
maar ook voor
middelbaar en hooger onderwijs, ziedaar wat men nu op den voorgrond ging plaatsen.
De
juistheid der redeneering scheen onbetwistbaar.
Waarom aan
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
![Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 87](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/het-keerpunt-in-de-jongste-geschiedenis-van-kerk-en-staat/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's