Het werk van den Heiligen Geest - pagina 82
Het werk van den Heiligen Geest voor de kerk in haar geheel.
DE CREATÜÜRLIJKE MENSCH.
44
om
inwerkt en het groote mysterie volbrengt,
natuur
broken en bedorven natuur heilige werken Gods door
schijnende
in en
door die ge-
maar daarom nog
de glazen onzer vensters,
Een
uit te brengen.
niet
licht,
met die
vensters één.
Zoo echter was bet
Onze natuur was toen nog den mensch was toen nog Niets,
van
trap
gaaf, ongedeerd, ongeschonden. Alles aan
wij in onze belijdenis laten invloeien
gevaarlijke leer, alsof er in den pas
hoogst
was
niets
met
al
zou geweest zyn.
heiligheid
kroms aan noch
En
hem.
in
God
schiep den mensch recht.
zijn neigingen,
al
van de
geschapen mensch een lagere
al zijn
Er
vermogens
de werkingen dier vermogens waren zuiver en ongedeerd.
Aan een mensch als Adam had God lust. God zag hem, en zag dat hij goed was. Wat Slechts in één opzicht verschilde
T.
geloofsstaat.
zijn
niet.
heilig.
mogen
toch
niets
de eerste schepping
in het paradijs bij
Adam
Adam had
w.
wilt ge
meer
?
van het gezaligd kind Gods in
^een eeuwig
maar moest het
lev'^en,
leven nog verwerven als loon voor heilige werken; terwijl Abra-
eeuwig
ham, de vader
aller geloovigen, begint
met het eeuwige leven
en nu uit den staat van dat eeuwige leven
Vlak omgekeerd
dus.
Adam moet
te bezitten,
werken voortbrengt.
zijn
door de werken tot het eeuwig leven
komen. Maar Abram heeft het eeuwig leven en komt uit dat eeuwig leven tot
de werken.
Daarom kan
Adam
geen
dus ook van een inwonen van den Heiligen Geest
er
sprake
zijn.
Er was geen
tegenstrijdigheid tusschen
in
Adams
natuur en den Heiligen Geest, en er kon dus wel van doordringing, maar nooit van inwoning sprake wezen.
zondaar bant de natuur den Heiligen Geest
In een trok
dien
de
natuur
den
ademen door ons
Bij
is
het
Geest aan,
Heiligen
nam
:
wij
in
Adam liet
hebben geknakte vermogens en gebroken neigingen
ontzenuwde krachten en bedorven tochten van ons
de
Heilige
Geest
heiliglijk
maar
heel zijn wezen.
en
gens
uit,
dien in zich op, en
er bij ons bijkomen
ongebroken,
;
maar
en ongebroken
in
al zijn
Adam
hart,
en dus moet
waren de vermo-
zielsuitingen, en school
de werking van den Heiligen Geest dus in de gewone vermogens, krachten en werkingen van zijn natuur
Het
geestelijke,
maar een
om
in.
het kort te zeggen, was
natuurlijk goed, altoos
hem geen
bovennatuurlijk,
met uitzondering van het eeuwig
leven,
dat slechts als loon door wetsvolbrenging kon verdiend.
En
die sterke eenheid
nu tusschen Adams natuurlijk leven en
teKjke krachten en gaven, dat
is
het,
zijn gees-
wat de Heilige Schrift uitdrukt, door
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's
![Het werk van den Heiligen Geest - pagina 82](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/het-werk-van-den-heiligen-geest/1888/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's