Het werk van den Heiligen Geest - pagina 62

HET WERK VAN DEN HEILIGEN GEEST IN ZIJN ONDERSCHEIDING

24

noodio- zal

van dit

zijn,

tot een schepsel het eigen

alles

Mochten

daarentegen de formeering, saaravoeging en samenschikking

wij,

in

stillen

werk

is

van den Zoon.

Godes

eerbied, dit doen

bij

het werk van raen-

schen vergelijken, dan zouden we zeggen kunnen: Indien er een paleis zal gebouwd worden, moeten eenerxijds de middelen, de bouwstoffen, de werk-

krachten en de plannen vo ortgebracht worden, maar ook anderzijds moeten deze middelen, bouwstoffen, werkkrachten en vooruit gemaakte plannen zóó en geschikt, dat het paleis eruit komt.

uito-evoerd

tweeërlei

middelen schonk, de bouwstoffen deed aanvoeren, de werk-

de

vorst

de

kondt die

Stel nu, ge

werking zoo onderscheidenlijk aan twee personen opdragen, dat

krachten leverde en de plannen gereedmaakte; en dat de architect nu met deze bouwstoffen en werkkrachten naar dat plan het paleis uit den grond liet

—

oprijzen,

webouwd?"

paleis

oordeel niet

zelf,

of

men dan op de vraag: »Wie

evengoed zou kunnen antwoorden: »Het

uit de vorstelijke macht", of ook: »E[et

ter"* en of men, o-en:

»Het

is

meester, dien

Welnu,

om volkomen

gebouwd hij

is

gebouwd

gebouwd door dien bouwmees-

juist te spreken, niet

idt de middelen

is

heeft dat

zou behooren

te zeg-

van den vorst, door den bouw-

aanstelde"?

voorzoover

nu

op zwakke schaal

goddelijke kan toelichten, zouden

raenschelijke verhouding het

we dan zeggen

willen,

dat zoo ook eeni-

germate de verhouding tusschen het werk van den Vader en het werk van den Zoon is. Yoor dit heerlijk en verbazend paleis aller dingen, waarvan de opperste bouwmeester en kunstenaar God is, is /«'eeè"r/e<!^ werking noodig geweest. Vooreerst een voortbrengende werking, die teweegbracht, dat de stoffen,

de krachten, de denkbeelden ontstonden

;

en een tweede werking,

die maakte, dat de aldus ontstane en teweeggebrachte denkbeelden, krachten en stoffen zich formeerden en schikten tot het schepsel, dat bestaan

moest.

En

wordt,

zoo

gelijk

gaat

nu de Vader de werking

doet, die

van den Zoon de werking

geformeerd wordt tot het van

God

uit,

die

maakt dat maakt dat

bedoelde en gewilde schepsel.

alle

ding

alle

ding

De Vader

de koninklijke Bron, waaruit de middelen en krachten voor den bouw van dit heelal vloeiden; en de Zoon is de Bouwmeester, die uit deze

is

middelen, uit deze krachten, naar die plannen teweeg heeft gebracht, dat nu alle dingen naar Gods raad bestaan, d. i. hun eigen, door God bedoeld

bestaan hebben.

Stonden nu de Vader en de Zoon naast elkaar, zoo zou deze tweeërlei werking uiteenvallen. Maar nu dit ?iiet zoo is, nu de Vader den Zoon

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen