Het werk van den Heiligen Geest - pagina 156
Het werk van den Heiligen Geest voor de kerk in haar geheel.
DE HEILIGE GEEST IN HET MYSTERIE DER "STJEESCHWORDING.
118
Van en
eenige voorstelling, alsof de erfzonde dus uitsluitend in het vleesch
zou
bloed
ziel
en alzoo uit het vleesch en bloed op en in onze
schuilen
overgaan, raag geen sprake wezen. Dit zijn altemaal voorstellingen, die
dwaling dienen verworpen.
als ergerlijke
Intusschen
nog
hiermee
is
punt aangegeven van de
één
slechts
waarlangs ons oog den gang der zonde heeft na te speuren ter nadere bepaling
stuiten
stellen,
van deze
lijn,
lijn,
en indien we,
;
nu ook het tweede punt pogen vast
te
op een belangrijk geschil tusschen de Roomsche kerk
wij
en ons.
Naar de toen die
nu
Roomsche kerk namelijk
voorstelling der
Adam
Hij
schiep,
Adam
eerst
mensch af was, ingezet
als
God
heeft
in
af,
voltooid en
alvorens ze »gerechtigheid'^ bezit, en dat nu deze oorspron-
is,
gerechtigheid
kelijke
Adam,
de »oorspronkelijke gerechtigheid".
Dit komt er dus op neer, dat eens menschen natuur gaaf,
volkomen
Almachtig,
afgeschapen en eerst daarna
een kleed of sieraad dezen mensch wordt omge-
als
hangen.
ónze
Gelijk
ook zonder kleed of sieraad af en voltooid
natuur
nu dat kleed of sieraad
met
eere
de
in
menschelijke
om
het uittreden
mogelijk te maken, zoo ook leert
Rome, dat de
in zichzelf voltooid en af was, eer ze
nog gerechtig-
wereld
natuur
van achteren slechts bijkomt,
er
heid bezat, en nu eerst daarna met gerechtigheid gekleed en gesierd
De Gereformeerden steeds
dat de »oorspronkelijke gerechtigheid" een onmisbaar be-
staande,
natuur
spronkelijke
maar
Adam
in
is.
daarentegen konden dit nimmer toegeven, maar hielden
standdeel van de menschelijke natuur lijke
en
is,
niet af
gerechtigheid
dat, toen hij
uitmaakt
zelv^e
dat dus de mensche-
;
was zonder deze gerechtigheid
niet
was, dat
iets
geschapen was,
zijn
bij
Adams
;
dat de oor-
natuur bijkwam,
menschelijke natuur, als onmiddellijke
eigen levensuiting, deze oorspronkelijke gerechtigheid bezat.
Men kelijke
gave
gevoelt,
welke tweeërlei
Adams
Leer ik toch, dat
zonde.
gerechtigheid
natuur, indien
dan
bezat, hij
beschouwing hieruit voortvloeit voor de natuur af was, eer blijft
die
nog de oorspron-
hij
natuur ook op zichzelve een
later die oorspronkelijke gerechtigheid verliest, en
omschrijf ik de zonde uitsluitend als carentia justUiae originalis, d.
i.
als
ontstentenis van gerechtigheid.
Men
sprak dit meestal
gerechtigheid
een
natuui'lijk goed,
geheel verdorven
wel haar eere en
uit
onder dezen vorm
natuurlijk
of een
dan werd, door haar weg ;
maar ook, indien luister,
maar
Met name Bellarminus
:
Was
de oorspronkelijke
bovemiatuurlyk goed te
?
Indien een
nemen, ook de natuur zelve
Z?oi'e?znatuurlijk,
dan verloor die natuur
bleef als natuur ongeveer in dezelfde kracht.
vatte
dit
zóó op, dat aan
's
menschen natuur
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's