GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Calvinisme en de Kunst - pagina 57

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Calvinisme en de Kunst - pagina 57

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

57

Met geen term vvonlt moer gespeeld dan met die van lief Pantiieïsiiie. en is liet vermakelijk aan te zien, hoe sehrijvers, die met volle stoom de pantheistische wateren doorklieven, op het dek van hun scheepken tegen het Pantheïsme staan te redekavelen. Aan het Pantheïsme ontkomt ge niet door aan uw God nog zeker bewustzijn toe te kennen, noch ook door te speken van zijn wil. Immers bewustzijn en wil zyn termen, waaraan de pantheïst begrippen onderschuift. die ze voor hem volkomen aanneemlijk maken. Neen, ge moet, om het Pantheïsme uitte bannen, een Zyn inGoderkennen, dat vanhet bestaan vanden kosmos onderscheiden en onafhankelijk is. Zoo alleen komt ge tot een uiteenhonden van God en de Schep")

soms

ping;

een grens tusschen beide getrokken, niet in de voorstelling alleen, en hebt ge een uitgangsiiunt om het onderscheid en de grens tusschen geest en stof, ziel en lichaam, denken en willen, soort en soort tot heur ligt

maar

in

er

de

realiteit:

recht te laten komen. Mist ge daarentegen den moed om deze grenzen diep in te snyden; mengt ge denken en willen, natuur en geest, tot ziel en lichaam zelfs in het geistleibliche, ineen; en laat ge soort uit soort voortkomen, dan

kweekt ge pantheïsme, hoe aandoenlijk vroom ge hefhng en predikatie ook zijn moogt. ge pantheïst

) van

en

Plotinus

(i>05— 270) was,

in

uw

zijt

iofver-

rekende hij met het Christendom, geen belijder op aesthefisch gebied zijn invloed ongemeen groot, en kan veilig gezegd, dat hij de kunstontwikkeling van de Christelijke wereld beheerscht heeftHad Plato de idéé en haar verschijning uiteengerukt en zich daardoor den weg versperd, om den overgang van zyne ideeën tot de

den

al

Toch was

Christus.

werkelijkheid te viiulen, Plotinus vond dit middel in de oostersche gedachte van de emanatie. Er was vloeiing, er was welling, en het eene kristal smolt om het andere te doen schieten. Geheel Pantheïstisch dus wierd stof en geest beide of gelyk Zimmermann het uitdrukt: „Der in Stoff und die Rückbildung des Stoffes

een soort stofgeest opgelost,

in

Uebergang des Geistes

zum

Geist ist der bestandige Inhalt aller Weltbegebenheiten dieses ware nicht möglich, wenn der Geist nicht ebenso in sich die Bedingung des Stoffes und umgekehrt nicht der Stoff einen Rest vom Geistc in sich triige. Cf: Zi.mmeuma.\.\, Geschichte der Aesthetik. Wien 185S. p. 429. Lemckk, Populaire Aesthetik. 5e Aufl. Leipzig 1879. p. 13. Carrière, Die Kunst im Zus. mit der Cul turen t-

(Und)

wick ')

Leipzig, 3e Aufl., 1877.

Aan

Deel

II.

p.

045

v.v.

het oordeel van Augustinus licdit de Calvinist.

Er is toch een Calvien Calvijn zou ninnner aan het Calvinisme zijn plooi hebben gegeven, zoo hijzelf die plooi niet had ontvangen van Augustinus. Nu meldt Augustinus dat hij in de jaren zyner onbekeerdheid opzettelijk de Pulchro geschreven heeft. Hij zegt ervan in zijn Confessie nes 1. V. c. 13: „Scripsi

nisme vóór

Calvijn,

libros de pulchro et apto, puto duos aut tres; tu scis Deus. Nam excidit mihi. Non enim habemus eos, sed aberraverunt a nobi.», nescio quomodo." Toch zijti het niet deze beschouwingen uit zjjn paganisti.sche jeugd, die voor ons waarde hebben. Ons is het alleen te doen, om te weten wat voorstelling Augustinus zich na zyn bekeering van de wereld en het schoone vormde en dan nog wel slechts in zooverre, als deze voorstelling met zijn Christelyke belijdenis samenhing. Toch is het opmerkelijk, hoe zich ook ;

vantevoren

zijn gedachte reeds op dit terrein bewoog. Hij schrijft ervan: „Quid pulchrum? Kt quid est pulchritudo? Quid est quod nos allicit et conciliat rebus quas amamiis? Nisi enim esset in iis decus et species nullo modo ad se nos moverenl. Etenim animadvertebam et videbam in ipsis corporibus aliud essc ((uasi totum et ideo pulchrum: aliud auteni ipiod idco deceret, quoniam

est ergo

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888

Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's

Het Calvinisme en de Kunst - pagina 57

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888

Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's