Het Calvinisme en de Kunst - pagina 6
6
ons wel niet anders dan onzerzijds voor liet gebouw der wetenschap een fundament te kiezen en op een stijl bedacht te zijn, die ons lijnrecht plaatsten tegenover hen, die op hun beurt ons beginsel verwerpen. ~) De onevenredige kleinheid onzer kracht Wat voor ons niet is weggelegd, schrikt ons daarbij niet af. zullen andereu na ons voleinden. Desnoods zou niets dan een eersten steen voor zulk een gebouw der wetenschap, op heiliger grondslag en naar hiermee overeenkomend bestek, te hebben aangedragen, onze geoorloofde eerzucht volkomen bevredigen. Ja ook zonder prijs of loon of eere, we kunnen niet anders. Hooger plicht spreekt hier, en geblinddoekt aan
drang te gehoorzamen is, ook afgezien van de vrucht die straks uw oog aanschouwen mag, altoos verheffend en schoon, heiliger
Repristinatie ligt daarbij niet slechts buiten ons plan,
maar
om
de afdoende reden, dat een gebouw gelijk wij dit bedoelen, dusver nog nimmer der wetenschap, Zoodra toch onder wetenschap verstaan wordt, niet verrees. een atomistisch bijeenzamelen van empirische waarnemingen; noch ook enkel een ordenen in onderscheidene loketten van bijzondere deelen onzer kennis; maar veel hooger: een afspiegeling in ons bewustzijn van al het gekende in zijn organischen samenhang, dan moet aan Plato en Kant, die beiden immers buiten de Christelijke Openbaring stonden, de eere gelaten van dusver als architecten voor zulk een tempel der wetenschap in hun Wel gevoelden de Chrisreusachtige grootheid alleen te staan. ten denkers reeds in de eerste eeuwen, dat zij principieel tegen het toenmalig Hooger Onderwijs overstonden, en kwam geen hunner het hybridisch denkbeeld in den zin, om aan de Hoogeschool te Athene een faculteit voor Christelijke godgeleerdheid te verbinden; maar tot een zelfstandige ontwikkeling der is
zelfs
onmogelijk,
—
wetenschap uit hun Christelijk beginsel kwamen ze niet. Ze behielpen zich met practische kweekscholen, en de Christelijke kerk waande voorts genoeg gedaan te hebben, toen ze in den Gnostiek, in Manes en in Origenes de gedrochtelijke poging om Christelijk belijden met ni et-Christelijke philosophie te versmelten, principieel veroordeeld had. Formeel bleef men toen Aristoteles volgen, en nam eclectisch bruikbaar materiaal uit Plato op; maar noch Augustinus, noch Thomas van Aquino, gevoelden den eisch om uit den wortel van het Christelijk beginsel een zelfstandige, ni et-kerkelijke, algemeene wetenschap te doen oj)groeien. Gevolg hiervan was, dat de triomf van het Christendom over het Heidendom wel de macht
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's