Locus de Consummatione Saeculi - pagina 443

111

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

wordt veel gesproken over

Er

bacillen, bacteriën etc,

maar

lioe

komt

in

het harmonische scheppingswerk al die vernielende kracht, als ze niet uit de Heilige

Schrift

de

van den dood gekomen. Is dit waar, dan is op de ziekte en den zieke en een invloed van de

solutie heeft, dat ziekte de praeformatie is

en dat de dood door de zonde in de wereld er een invloed ibvy/]

van de

xpvxi]

is

ook op de gezondheid.

In kringen, waar

't geloof werkt en een ordelijk en stil leven geleid wordt, dan ook de gezondheid metterdaad veel sterker dan in een omgeving, waar aan losbandigheid wordt botgevierd, en de krachten aldus uitgeput raken. Is dit nu een ontegensprekelijk feit, dat de ipüx^ï op het owhk werkt, hetzij ten goede, hetzij ten kwade, en komt dan daarbij het aiavisme om hetzelfde effect te sorteeren, als de simulatie van ziekte, een algemeen psychisch erkend element, en de werking van het geloof op den zieke (cf. de hypnotische verschijnselen), dan spreekt het vanzelf, dat de wetenschap met die vei'schijnselen rekening moet houden en dat ze dit niet kan, tenzij ze uit de Gratia Specialis de gegevens ontvangt, waardoor ze een goeden blik daarop werpen kan.

is

III. De literarische faculteit. De literarische faculteit is eene faculteit, die meestal beschouwd is van tweeën één, of als geheel liggend buiten de theologie of als een slokop, die geheel

de theologische faculteit opslikt. Dit

1".

zich

stelt

doet

op

zij 't

met de theologische

faculteit geheel en al,

wanneer men

standpunt, waarop tegenwoordig de Modernen zich plaatsen

;

dan wordt de theologie de godsdienstivetenschap en onder godsdienstwetenschap verstaat men dan, dat er onder alle andere verschijnselen in de wereld ook is een godsdienstig iets, een godsdienstige neiging en trek in den mensch en dat het wel de moeite waard is om ook de verschijnselen van dien godsdienstigen trek in den mensch te bestudeeren. Plaatst men zich op dit standpunt, dan is er geen enkele reden, waaroyn men niet in de literarische facidteit deels hyj

de

letterkundige, deels bvj de historische en deels bvj de philosophische studie

den inhoud van al die verschijnselen zou opnemen.

Wat men spreekt van Oud- of Nieuwe Testament, valt onder de rubriek „Hebreeuwsche en Grieksche Letterkunde" en behoort op deze wijze in de literarische faculteit thuis. Immers, wanneer de Grieksche en Latijnsche, de Engelsche, Fransche, Duitsche en Hollandsche letterkunde tot de literarische faculteit is er geen reden, waarom ook niet de Hebreeuwsche letterkunde behooren zou. Vroeger, toen men in „geschiedenis" alleen oorlogen en de geboorten en het sterven van koningen en prinsen opnam, is er voor kerkgeschiedenis een aparte plaats geweest; tegenwoordig echter, nu men er

behooren, dan daartoe

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen