Locus de Consummatione Saeculi - pagina 756

4-24:

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). heid doorging, zoo zou deze dubbele uitspi-aak toch alleen toepasselijk zijn op die bf valsclie wonderen hadden gedaan, bf als Godsgezanten zich hadden aangediend, en volstrekt niet op allei'lei hardnekkige aartsketters, b. v.

personen,

niet op Servet.

Over deze plaatsen willen we dus gaarne nader handelen, toovenaar of tweede

tegenwoordig debat,

als er zulk een

Mahomed onder ons mocht opstaan. Voorshands, in het hebben we daaraan niets. En dat te minder, omdat deze

beide plaatsen volstrekt niets melden van voorafgaande waarschuwing, zachte bejegening,

of

een last

om

eerst in het uiterste geval tot doodstraf voort te

maar zonder eenige verzachting

schrijden,

was, altoos doodstraf eischen. Zoo blijkt dus, dat de heer der

plaatsen

of exceptie, zoodra het feit

Van Velzen aan

Heilige Schrift voor het tusschen

zeven van de acht

hem en

bewezen

genoemde

ons in geschil zijnde

hem bij eenig nader onderzoek weinig dan de ééne en éénige uitspraak over den godslasteraar,

vraagstuk, letterlijk niets heeft, en dat

anders

overblijft

voorkomende

in

16: „Wie den Naam des Heeren gelasterd zal hebben, zal zekergedood worden; de gansche vergadering zal hem zekerlijk steenigen; alzoo zal de vreemdeling zijn, gelijk de inboorling, als hij den NAAM zal gelasterd hebben, hij zal gedood worden." Deze tekst houdt dus in het doodsbevel voor dengene, die opzettelijk den Naam des Heeren zal gelasterd hebben. Bij deze uitspraak der Heilige Schrift nu, onderscheiden we wel drie vragen 1". Sloeg dit gebod op uitroeiing van afgoderij en valschen godsdienst?; 2". geldt dit gebod nog?; en 3**. is het toepasselijk op mannen als Michaël Servet? De heer Van Velzen beroept zich op deze plaats (of sluit zich althans aan bij hen, die er zich op beroepen) om den plicht der Overheid waar te maken, dat zij „moet uitroeien alle afgoderij en valschen godsdienst. Allereerst dient dus gevraagd: Wordt in dit gebod des Heeren al dan niet van deze misdaad Ler. 24

vs.

lijk

:

gehandeld? En dan valt het moeielijk in te zien, hoe men dit doodsbevel in dien zin zou kunnen duiden. Er is sprake van lastering van den Verbondsnaam". In den naam „Jehovah" had de Eeuwige God op geheimzinnige wijze de Verborgenheid van zijn Wezen uitgesproken en dezen heiligen naam van JEHOVAH aan zijn bondsvolk toevertrouwd. Nu trad er een zoon van Selomith op, een vrouw uit den stam van Dan, die gehuwd was geweest met een Aegyptenaar, en deze geraakte in twist met een Jood, en te midden van dat gekrakeel ontzag deze man uit Aegyptischen

bloede zich niet,

om

opzettelijk dien

naam van Jehovah

te belachen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen