Locus de Consummatione Saeculi - pagina 489
College-dictaat van een der studenten
157
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
waartoe geen menscli recht heeft, omdat ieder, die dit doet, zich Zulk een contract zou dus 1**. eo ipso nietig zijn en 2". wanneer in den wil van den mensch de Contradfa]ii<jkeit gezocht wordt om de souvereiniteit van een anderen persoon over zijn eigen persoon te erkennen, dan rust in denzelfden vrijen wil de macht en de bevoegdheid dat contract te vernietigen, want er staat nergens een derde boven de twee, die over de rechtmatigheid van het contract uitspraak kan doen of de bepalingen handhaven. Om deze redenen is dus souvereiniteit buiten de souvereiniteit Gods om niet denkbaar en kan zij niet bestaan. Conclusie: Er kan, waar ook, o/j aarde nooit gezag van mensclieyi bestaan dan als ectypisch gezag, als uitvloeisel van het gezag Gods. Waar zoodanig gezag van menschen over mensclien op aarde bestaat, daar is en blijft het altoos Gods gezag. Het kind is om Gods wil aan zijne ouders ondericorpen, daar het God is, daad,
iets
zelf decapiteert.
die door de ouders Zvjn
gezag handhaaft.
(Hierover straks in de volgende § „over de uitoefening van het gezag"). Vervolgens hebben wij er nog op te wijzen, hoe men terecht bij de
these der Fransche Revolutie het „ni Dieu" aan het „ni maitre" voorafgaan. Wanneer men niet de Overheid, de overhoogheid van menschen over zich
liet wil
hebben,
cijferen
krachtens die kan. die
maar één middel om dit gedaan te krijgen, nml. het wegdat God absolute overhoogheid en gezag uitoefent en macht ons onder de souvereiniteit van andere menschen plaatsen
is er
van het
Zoolang vanzelf in
feit,
het
feit
het
van Gods absolute overhoogheid over onzen persoon,
begrip
God
ligt,
stand houdt in de consciëntie en over-
ciat men zich onderwerpen moet aan den persoon, dien God over ons aanstelt. Wil men het „ni maitre" realiseeren, van elke macht over zich afkomen, dan is het eenige middel zich zelf als God te poneeren, d. w. z. niet, zich zelf te laten aanbidden, maar dit,
tuiging der menschen, volgt eo ipso daaruit,
dat
men
in zijn eigen vrijen wil
die absoluutheid zegt te bezitten, die alleen
aan God toekomt. Natuurlijk moet
er,
waar gezag
zal zijn, ergens
eefi
bron van
gezag bestaan.
Deze kan alleen
maar ééne
in een zedelijke^ wil gelegen zijn.
keus, of dien wil erkennen in
God
Dan
is
den mensch Wil men geen
er bij
öf in zich zelven.
meester boven zich hebben, dan kan men ook den wil Gods niet erkennen en blijft er niets anders over, dan dat men zijn eigen wil in de plaats van Gods wil stelt en zijn eigen wil als bron van absoluut gezag poneert, 't Spreekt vanzelf, dat men dan, wat aangaat wil en regimentaal gezag, zich zelf gemaakt heeft, wat eerst God was. Dit nu is niet alleen een negatief vernietigen van het meesterschap van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 489](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's