Locus de Consummatione Saeculi - pagina 269
College-dictaat van een der studenten
267 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
aan de uitdrukking „buitenste duisternis"; deze kon eeuwig in hunne ziel verkeerden. De eschatologische rede des Heeren van Matth. 24 zegt ons dan ook, dat, als de Zoon des menschen v^ederkomt, allen van de vier hoeken der aarde zullen komen en vergaderd worden voor Hem en dat Hij dan de bokken van
heerlijkheid.
Denk
b,
v.
niet gebruikt, als de verlorenen
de schapen scheiden zal en eerst na het oordeel gaan zij uit elkaar, als de Heere tot wie Hem niet gediend hebben, zeggen zal: „Gaat weg van Mij in het eeuwige vuur, dat den duivel en zijnen engelen bereid is." Geloovigen en ongeloovigen worden dus op dezelfde manier behandeld. In de gelijkenis van het onkruid en de tarwe stellen de stengels van het onkruid personen, menschen voor; en als de dag des oogstes gekomen is, worden de engelen uitgezonden om de kinderen van den booze te verbranden en de goede schoven bijeen te dragen en binnen te brengen. Ook deze beeldspraak mist ten eenenmale zin en beteekenis, als er geen sprake was voor de boozen en goddeloozen van eene opstanding des vleesches. Ook mag geene exceptie gemaakt voor diegenen, die op het oogenblik van de wederkomst des Heeren nog leven zullen. Want dan zullen de goddeloozen met den adem zijns raonds verdaan worden. De ongeloovigen zullen dan dus niet in een oogenblik veranderd
vigen.
De wederkomst
worden, maar alleen en uitsluitend de geloohebben den dood voor alle
zal allereerst ten gevolge
dan nog levende ongeloovigen; alleen de geloovigen worden in een punt des tijds veranderd, nadat de ongeloovigen reeds in de combustie zijn omgekomen. 2. Hoe moeten tve ons deze opstanding denken? Er worden in de Heilige Schrift ook ten opzichte van den mensch zoowel actieve als passieve uitdrukkingen gebezigd, evenals van den Heere Christus gezegd wordt, èn van een
Hij avéaxri en nysQ^ri
dat
;
er is sprake èn
van eene
avaaxacis
èytLQSG^ai'.
Dit feit heeft zelf medeioerkt
verleid tot de meening, dat ook de
sommige theologen bij
zijne
opstanding
;
mensch
dat de dvaoxuGiq dus deels eene daad Gods,
van den mensch zou zijn, een synergisme in de opstanwordt dan aldus toegelicht, dat de geloovige ziel eene synergisme ding. Dit op het begraven lichaam, een invloed, die verklaard uitoefent macht zekere uit de geloofsmacht. voortkomende als moet Doch deze verklaring zou alleen dan doorgaan, als het woord ccvaataaig uitsluitend van de geloovigen en nooit van de ongeloovigen gebezigd werd, hetgeen toch wel het geval is, gelijk we zagen o. a. in Joh. 5. Dewijl dus het begrip van avaati^vai promiscue gebruikt wordt, schiet elke verklaring deels een eigen daad
tekort, die_hier iets uit het geloof wil deduceeren.
Hoe hebben
we dan
die actieve en passieve uitdrukkingen te verstaan?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 269](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's