Locus de Consummatione Saeculi - pagina 469

137

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

omdot

3".

gehoorzamen

omdat

4".

voor het schepsel

verplichting

de

vrvjmacht

deze

uit

om

te

volgt;

alleen in deze vrijmacht de

schepsel tegen het souvereine gezag

te

macht

schuilt

om

verzet

van

het

breken.

In generale beduiding nu kan vayi gezag op elk ^gebied van het bewuste worden gesproken. Gode komt het gezag toe op het gebied van het

leven

denken, op het gebied van het

heilige,

op het gebied van het schoone, kortom

menschen bewuste levenssfeer. In den co n er eten hier bedoelden zin daarentegen, wordt gezag genomen als zich bepalend tot het zeggenschap over den persoon, zoo van den vader over zijn kind, van den man over zijne vrouw, van een heer over zijn knecht, van een vorst over zvjn onderdaan en van God over allen; alle vormen, die onderstellen een band in geheel

's

of betrekking tusschen persoon en persoon.

Ook voor

God

in

dezen

in

is alle gezag ten slotte Godes. Niet alleen, ivyjl onder menschen het im,perium over onzen jjersoon maar ook ivijjl geen gezag van mensch over mensch

zin echter

gezagsvraag

alle

zelven

ligt,

dan

een Sóg ^ol itov arw heeft

ectypisch en als uitvloeisel van het gezag Gods.

Gezag onder menschen, door geweld verkregen is geen gezag, maar overmacht en ook gezag, dat opgericht is door afspraak of vrijjiüillige onderiverping is daarom geen gezag, ivijl gezag uit zijn aard om^ernietigbaar is en niemand over zijn eigen persoon of over de zijnen anders beschikken

mag dan naar Gods

Wil. Zoo gaat dus

Gods souver ein gezag over

onzen persoon in al onze verhoudingen, waa.rin we en

steeds

God

het

is

absolute onderwerping

Terecht

die

deswege

de

geheel

andere personen staan

omnipraesent ons Z

ij

nen

ivil

oplegt en

wil eischt.

Fransche Revolutie aan

het

„ni maitre" het

Gods wegvalt, valt va.n Dieu" laten voorafgaan, eerst beeldt de mensch zich in en mensch over mensch ook het gezag van

„ni

als

zelf zelf

heeft

zelf,

aan dien

tot

God,

d.

i.

in valschen zin

het gezag

vrijmachtig

te

zijn.

Daar

intusschen

de

mensch niet zich zelf voortbrengt, maar afhankelijk naar ziel en lichaam hem heen en evenmin zich blijft van den kosmos en de menschheid om zelven kan in stand houden, vloekt deze geheele voorstelling tegen de iverkelijkheid en moet daardoor leiden tot eene steeds verder gaande ontbinding, die eindigt in den socialen chaos.

I.

Eerste

toekomt,

opmerking.

behoort

niet

tot

Een onderzoek naar de plaats, hef

die

aan den magistraat

soteriologisch deel der Openbaring, althans niet in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen