GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 167

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 167

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

VIM.

HOOFDSTUK

155

II.

een ziellooze deftigheid en een ontzield intellectualisme

te

bevriezen. Zij

menschen van gemoed, menschen met een hart, menschen van geestdrift en hooger bezieling. Het ideale v^'enkt hun toe. Ze zijn poëtisch van zin en aanleg. Ze kunnen met dat koude proza en met dien prozaïschen zijn

schijngod niet mee.

En daarom staan van nature de poëtische lieden tegen deze prozaïsche dorheden over, en hebben deze warmer lieden altoos gloed en warmte van hart gezocht, en die nu bood hun het Pantheïsme. Het Pantheïsme, het Algodendom is hooge poëzie. koud omdat het stil en vast zit; maar als er leven komt en de en de beweging gaat in gang, dan ontstaat er warmte, koestering, gloeiïng; dan springen er vonken; dan ziet ge vuur schitteren; en de glans van dat licht trekt aan. En op zich zelf ligt hierin iets kostelijks. Tienmaal liever gedweept en gedwaald met deze warme en bezielde Algodisten, dan bevroren en verIjs is

stroom

steend

ruischt,

het afgemeten en wezenloos Deïstisch geteem.

bij

Vandaar dat ook de die in Athene voor

heilige apostel

hem

Paulus tegenover de dorre Deïsten

stonden, zich op den gloed van hun Pantheïs-

hun het

tische poëten (of dichters) beriep, en, hiervan uitgaande

dat er

in

Want,

den levenden God ja waarlijk het

is

is,

heerlijke

openbaarde.

zooals die poëten zongen. Er

is

nooit een ledig,

van God zou zijn. Hij is almogende en alomtegenwoordige kracht alle dingen draagt en vervult. Het is zoo. Hij, die Heere, onze God, geeft ons het leven en den adem en alle dingen. Hij is het, in wien wij leven, ons bewegen en zijn. En op geen manier kan ooit sterk genoeg die bezielende alomtegenwoordigheid en alom werkzaamheid des Heeren Heeren worden uitgesproken, of nog altoos schiet de koudheid onzer nooit stilstand, nooit een holheid,

die goddelijke Voorzienigheid, die

waar

met

niets

zijn

taal in heilige bezieling te kort.

En dat nu hebben ook de afgedoolde

lieden in onze

eeuw gevoeld. De

Vermittelungstheologen hebben het niet kunnen uithouden dorre,

bij

versteende Supranaturalisme en Rationalisme, en toen

dat koude, is

in

oor gedrongen de bekoorlijke melodie van de Pantheïstische hymne.

En hun

hun

En

geworden. En zoo is het ten leste geschied, dat zelfs de vroomsten en de besten onder de Ethischen ten slotte Algodistische elementen in zich opnamen. ze hebben geluisterd.

En waar

nu deze tegenstelling in? noemt men dat 's Heeren

ligt

Gemeenlijk Immanentie.

ziel is verleid

Transcendentie

en

's

Heeren

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 167

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's