E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 587
Derde deel
ZOND.
nu wordt
dit te sterker gevoeld,
wordt.
hem
bij
Bij
IL
589
naarmate iemand hooger
een vorst op aarde
zyn naam toe
te
zal reeds
niemand
koning
sche
hem handelden
Lodewijk
XVI
toespraken
van Louis Capet. Xiemand
als
"^
edeler
naam om-
zich veroorloven
spreken, en het was de uitdrukking van de
mannen
diepste verachting en den smadelijksten hoon, toen de
Revolutie
Hoe
staat.
hoe meer het gebruik van iemands
de levensvormen worden, tuind
XXXVI. HOOFDSTUK
bij
der Fran-
naam, en van
zijn
v
onzent in den
zal het ten
weg van Emma van Waldeck of van Wilhelmina van Oranje te spreken. Die namen zijn buiten gebruik gesloten. Wie ze bezigt, bedoelt er hoon mee. En wij blijven spreken van de Koningin of
zin
om
komen,
familiaar
de Koningin-Regentes.
Bedenkt ge nu dat God Almachtig zoo hoog boven den machtigsten op aarde
vorst
staat, als de
hemelen hooger dan de aarde
waarom
ge terstond gevoelen kunnen,
naar wilkeur met den heiligen Verbondsnaam des Heeren
mogen
de verlosten
prinsen
van ^ God staat; en
van
gebruik
vermelding,
uit
zoover
misbruiken,
vijandschap
tegen 'tzij
die
in
de
Naam
te
zijn
uw
zijn
er-
verre
"'
staat het
't zij
in
de
komt. En gaat
als
stopwoord of
als
te
wekken, dan
ligt
van den
Xaam
des Hee-
heilsopenbaring en een
persoonsrecht inhoudt. God zelf alleen heeft over zijn
beschikken. Die
de eere van
^
voelt trillen;
toespraak,
daardoor spot en lach op
een rechtstreeksche verachting van
aanranding van
men
leeft;
die niet ie pas
van dien heiligen Verbondsnaam
om
Naam
den Ontfermer
hierin een hoonen, een krenking en een lastering ren,
Zeker
aangenomen, en dus den rang
met een aanmatiging,
men dan
te spelen.
het hemelsch Paleis. Maar zoolang
in
Verbondsnaam,
dien gelijk
klank
te
zijn
niets in zijn hart voor zijn heiligen
nog
eigenlijk
zult
vrij staat,
Eeuwige Wezen met dien heiligen Verbondsnaam
het
aanspreken, nadat ze als zijn kinderen
langden van
dan
zijn,
het ons, schepselen, ute/
Naam is Zijns. En ge schendt
God, als ge, naar
gebruiksrecht van dien
Naam
gril
roekeloos en vermetel
of boozen inval, u het moedwillig
aanmatigt.
Tot lastering, of nader tot Godslastering schrijdt die hoon voort, als ge dien
Naam
bezigt
booze bedoeling dien ring
dat
Naam
gesteenigd hij
om
ligt te is,
niet
enkel
tegen dien
gedachteloos
Naam
of in scherts,
in te gaan, en de
waarheid die in
miskennen. De zoon van Selomith, die „lasterde uitdrukkelijk den
uitdrukkelijk loochende dat Jehovah de
maar met de
om
NAAM," wat
Godslaste-
zeggen wil,
God van hemel en aarde
En ook lasterden Hem de Joden in Maleachi's dagen, die riepen dat God er toch niet op merkt, of er kwaad of goed geschiedt. Zoo lastert God wie Hem tot den auteur van het kwaad maakt, of op welke wyze ook Gode iets ongerymds toeschrijft. was. Evenzoo lasterde Rabsaké den Heere.
*?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's