GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 255

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 255

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

X.

HOOFDSTUK

V.

243

reeds omver liggen, want natuurlijk dan kreeg altoos één

dezer twee biddende volken de verhooring van zijn gebed niet. Met geheel deze voorstelling van het gebed hebben Gods kinderen dan ook gebroken, en vooral in onze Gereformeerde kerken is de belijdenis van Gods Voorzienigheid veel te diep doorgedrongen, om al zulk bidden ook maar mogelijk te maken. Onzer is een diepere opvatting. Op grond

van de Schrift belijden we met onze vaderen in dezen Catechismus, „dat alle creaturen alzoo in zijn hand zijn, dat ze tegen zijn wil zich noch roeren noch bewegen kunnen" en zoo weet dan Gods kind, dat geen leed of ongeval hem anders dan door Gods wil en de werking van dien wil overkomt. Dit nu maakt hem in tegenspoed niet morrend, om er tegen in te

gaan; en

te

zeggen: „Heere,

geduldig. Het maakt dat

„Nu

in

hij

waak op

en help er mij van af!"

gewone dagen van voorspoed

maar

niet denkt:

nu het gewone, dat van de natuur of van mijn eigen hij in dien stillen dag van voorspoed elke bete uit Gods hand ontvangt en eiken ademtocht zijn God dank weet. Zoo is dan danken het erkennen van Gods almogende en voorzienige inwerking, als het mij goed gaat, en zoo nu ook is bidden het erkennen van Gods almogende en even voorzienige werking als ik in moeite kom, of worstel met tegenspoed. ja,

dit

is

inspanning komt", maar dat

uw

licht, Heere, zien wij het licht!" Vandaar dat ons oog den dag des voorspoeds niet zien kan, of God de Heere moet er zijn licht op doen vallen. En zoo danken we dan doordien Hij ons tot danken bekwaamt. En evenmin kunnen wij bij tegenspoed Gods werking in ons ongeval en leed zien, of Hij moet er zijn licht op doen ,,

Alleen in

Gods werking

in

we dan zien bekwaam maakt.

vallen; en als

bidden

dat Hij het deed, dan

Hij het die ons tot

is

Zoo is er veel, dat gebed heet, maar geen bidden is en dus niet meetelt. Een bidden van den dwingzieke, die God naar zijn hand wil zetten. Een bidden van den luie, die God wil laten goedmaken, wat hij verslonsde. Een bidden van den willooze, die liever het gebed dan de middelen aandoor

grijpt, die toch

Maar ook na

God

geordineerd

zijn.

aftrek van dit ongeestelijk bidden, blijft er dan toch een

heerlijk en kostelijk

bidden over, het heilgeheim van Gods kinderen. Een

bidden, dat volstrekt niet enkel een inroepen van hulpe, maar allereerst zelf

het

een aanroepen van

Eeuwige

hebben, dat

we

Wezen

's

in

Heeren

barmhartigheid,

ons gebed

schier niet aan onzen

is.

God

Na

een

aanbidden

van

dan weer uren geleefd

dachten, knielen

en sluiten onze oogen van de dingen der aarde

af,

we dan

te

neder

en wachten of de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 255

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's