E voto Dordraceno - pagina 12
Die bede, met de belofte daarop afgelegd, had indruk op mijn hart gemaakt.
Het waren toch ook mijne vaderen, die deze belofte op zich namen. Het waren de kerken, waartoe ik zelf behoor, tot wie die bede gericht was.
En
nu die plechtige handeling geen nadere theologische ontvoor wat den vorm en de wijze van uitdrukking aangaat,
al sloot
wikkeling
uit,
toch laat ze niet toe, dat onze vaderlandsche kerken de waarheid zelve, die te Dordrecht beleden was, prijsgeven.
Meer dan twee en een halve eeuw
zijn sints verhopen, en althans de klagen zoowel ons als onze kerken bitterlijk aan jaren honderd laatste van gepleegde trouwbreuk en geschondene gelofte. Maar juist dit drong te sterker, om, nu door de trouwe onzes Gods de liefde, voor wat onze vaderen te Dordrecht beleden, weer algemeener werd, eens kalm en rustig uiteen te zetten, hoe de toen beleden waarheid thans nog in het bewustzijn van een kind der negentiende eeuw leeft. Ik gevoelde bij het lezen dier Acta, dat God de Heilige Geest op dat plechtig oogenblik in het midden dier zoo overrijke vergadering was;
dat Hij die bede aan de buitenlandsche godgeleerden in het hart gaf, en dies, in weerwil van de ontrouw onzer kerken, haar verhooring be-
zegeld heeft; en dat het heerlijk geloofsleven, dat onze kerken thans weer genieten,
vrucht
is
van wat toen
ter
tijd
in
het hart van
Gods
volk
is
doorworsteld.
de Toelichting op den Heidelbergschen Catechismus, die hiermede afzonderlijk in het licht geef, in verband beschouwd worden met wat destijds te Dordrecht plaats greep. Ik kan onder geen woorden het gevoel van dankbaarheid brengen, in mij gewekt door de vastheid waarmee ik nu nog, met heilige vreugde
Moge daarom
ik
mijn God, belijden mag, wat
in
men
toen beleed.
dan met smarte zie, hoe in de Zwitsersche, in de Paltzische in de Engelsche en Schotsche kerken, het goud van Nassausche, in de onze Gereformeerde belijdenis verdonkerd is, terwijl wij in Nederland ons nog in zijn glans verheugen mogen, dan gevoel ik, hoe ons die zegen
En
als ik
VOTO DORDRACENO overkomcn is, en sta ik in het vast geloof, dat er nog hij de wederkomst des Heer en op onzen Nedcrlandschen martelaarsbodem Gereformeerde kerken zullen bloeien, die de volle belijdenis van Gods vrijmachtige en souvereine genade voor alle volk zullen uitroepen E
tot
aan de voleinding der wereld.
Amsterdam,
1
Juni
1892.
KUYPER.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
![E voto Dordraceno - pagina 12](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/e-voto-dordraceno/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's