E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 259
Derde deel
ZOND.
tastende
refoniiatie
om
ook
het
zelf in zijn
jonge jaren de Biecht gezocht als
rust voor zijn consciëntie te vinden, en meermalen, al bleek
toch zeker solaes
afdoende,
niet
kon daarom
in
waaraan voor
deze Biecht gevonden. Hij
bij
reformatorisch optreden de Biecht niet zoo gemak-
zijn
ter zijde schuiven.
kelijk
261
III.
komen, zoo verging het hem ook op het punt
te
van de Biecht. Luther had middel,
XXXI. HOOFDSTUK
hem
Ze bleef voor
zijn besef iets
wezenlijks
iets
;
en wel
iets
sacramenteels hing. Vandaar dat in de Lu-
thersche kerken de Biecht altoos nog een halfslachtige plaats inneemt, ook al
mee
de Luthersche kerk thans bijna geheel aan wat Luther er
is
be-
doelde, ontzonken. Luthers bedoeling toch was, dat de vergeving der zon-
den Dienst des Woords tot allen kwam, ook nog persoon-
die door
den,
den enkele moest gebracht, en dat wie deze persoonlijke vergeving
lijk tot
zocht, ze ontving en ze
met geloof aannam, op dat oogenblik ook metter-
daad de vergeving van Gods voor
worden uitgesproken,
Godswege
was
hem
er
op,
eenige
als
een klank, een woord, een betuiging, die van
hem kwam. Maar meer
tot
om
niet
zou worden, of niet
dus aan hechten, dat
zijde had. Hij bleef er
het oor van den zondaar het woovd -.Uw zonden zijn u vergeve, zou
hij
de
dat
te doen,
bedoelde Luther dan ook
niet.
Het
dat de zondaar inquisitoriaal ondervraagt
deze of die zonde ook begaan had. Hij stond er zelfs
biechteling
zijn
zonden één voor één belijden zou. Het
wat geëischt werd, was, dat
hij
behoefte gevoelde aan vergeving
van Godswege, en nu niet rusten kon, eer
dien zaligen klank
hij
zonden zijn u vergeven, zich had hooren toespreken. Zoo
:
Uiv
was het dan ook
voor Luther onverschillig of een geestelijke die woorden uitsprak, ofwel
een leek. Biechten, zoo leerde Luther, kan
mensch
die
eischt
in
wordt
den regel een priester is,
vergeven", toespreken wil.
berouw,
boete
of
maar
alleen
zonden
de
is
men
dat
zij,
En
die
hem
die
naam
niet
hij
aldus worde toegespro-
woorden
:
„Uw
zonden
des
Heeren
u
het effect wordt dan gewerkt niet door zijn
door het geloof. Hij moet gelooven dat God een God vergeeft,
zijn
op zichzelf een Ezaus- of Judas-berouw kan
en door het geloof moet
zichzelf; en opdat hij het op zichzelf toepasse, in
ieder mensch, en dat
bij
geheel bijkomstig. Al wat ver-
dat de zondaar verlangt dat
en dat er een ander
ken,
is,
hij
dit
is
zijn,
die
ook toepassen op
moet het hem persoonlijk
worden aangezegd. Toch vatte men
dit
ook weer
zóó op, alsof dit geloof de vergeving werken zou, want Luther wil
de vergeving uitsluitend uit de betuiging van God in zijn
Woord
afleiden.
Maar komt iemand zonder geloof tot de Biecht, dan is het wel waar, dat God hem op dat oogenblik toch zijn zonden vergeeft, maar door de ontstentenis af,
en
van het geloof in
is zijn
zijn hart,
werpt
dit
voor
hem geen
vrucht
ongeloof zelf de grond van zijn oordeel. Het lag echter in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's