GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de schaduwe des doods - pagina 261

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de schaduwe des doods - pagina 261

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

241

EEN BLOEM DES VELDS.

Dat het zieleleven was hier alles even raadselachtig. kindeke kon nog zoo weinig doen. Alles wat er gedaan werd in en aan dat schuilend zieleleven, dat deed God. Dat kindeke was om zijn jaren nog zoo volkomen lijdelijk, en een genadewerk kon er nog alleen van Gods zijde wezen. Een enkel straaltje van hooger licht mocht soms doorbreken. Een teeder kinderlijk woord moge u zoet in de herinnering naklinken. Maar toch, dat alles had te weinig vastheid, om er op te bouwen. Waar ge bij zulk een kindeke op bouwt, is alleen wat God van deze kleinen sprak wat u zeegnend en vertroostend toespreekt, is zijn heilige en heerlijke belofte; wat u als gebeurtenis uit het verleden rust in de ziel stort, is zijn heilige Doop. "Want immers in dien Doop zei Hij u, dat geen kind zoo jong kan wegsterven, dat het te jong zou geweest zijn, om door Hem met genade bewerkt te worden. Of gij, die ouder in jaren zijt, wat meer gelezen en gehoord en geweten hebt, doet er niets toe. Gods genadewerk is niet van uw verstandelijke ontwikkeling afhankelijk en het veldbloemke, dat nauwelijks ontlook om weer te verwelken, was evengoed door den dauw des hemels nat gemaakt als de ceder en de palmboom, die nog de stormen weerstaan. in

;

;

Een kind van God vertoeft daarom zoo willig met zijn peinzen bij het sterven van die kleine lievelingen, omdat vooral bij hun wegsterven en bij hun grafstee God de Heere zoo groot is. Er is in zijn doen met die kleinen zulk een sprakelooze majesteit.

Wij

meenden ze te kennen, maar begrepen bijna nog van hen, terwijl God heel het wezen van die kleinen doorzag en kende, kennende al de kiemen, die voor een eeuwigen groei door Hemzelven in hun ziel waren ingeniets

schapen.

Denk u

dat een

Abraham of een

Jesaia, een Paulus of

16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893

Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's

In de schaduwe des doods - pagina 261

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893

Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's