Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 242
Deel een. Inleidend deel
,
Afd.
234
komt
Zelf
hiervoor
hij
Hfst.
2.
§ 83. CLARISSE.
III.
de vraag toch, welke Encyclopaedie beveelt
ad scriptiunculas
En
".
:
,,
,
edidit
ontstaan
uit
is
indertijd
,
in zijn
aliunde petita his addens", zoo schrijft
quidem Mursinnam commentari quae
incepi
opusculo, doctissimo
in ipsius
scriptus est, rationem habes, vix rari videntur,
;
door Schacht
in schrift
handen gekomen. XXI,
hij blz.
dein
licet et,
,,
Quae-
primum
,.ipse
perspectis nonnullis
,
si
temporis, quo con-
emendabili, vel sic tarnen deside-
meo tanquam Marte, Scholas Encyclopaedicas habere
Deze colleges gaf
institui".
Ency-
aanvullingen op de Animadversiones in
Mnrsinnae compendium
gebracht en door een gelukkig toeval
dam
Everardus Scheidius, vos able-
ten aanzien van Mursinna zegt hij zelf, dat zijn eigen
clopaedie Samtielis
hij
volumine collectas,
tationibus
gabo
onder de ouderen aanbe-
hij
Haec si ex me quaeritis Commilitones Virorum Doctorum, quae uno cum Gausseni disser-
antwoordt
,
XI en XIX. Op
uit in zijne inleiding, zie blz.
achtereenvolgens te Harderwijk,
hij
aan de
Illustre school te
Rotterdam en aan de Leidsche Academie,
en
deze
de
in
uit
1831 (2
den
titel:
3
colleges ed.
lijvige
1835) te Leiden
potissimum
Clarisse
ruim 800
,
Luchtmans het
bij
illnstrata; futuris
blz.
groot.
een eigenlijke Encyclopaedie, Clarisse
bij
octavoband voortgekomen, die licht
zag onder
Encyclopaediae Theologicae epitome perpetua annotatione
literaria ,
is
nog geen sprake
ontwikkeling
der
Reeds in is.
uit
dezen
titel blijkt
het midden der 19de
thuis.
Zijn
,
dat van
den organischen
zin
van het woord
Blijkbaar bleef
hij
voor de
Encyclopaedie onaandoenlijk, en
tegen
eeuw,
hij
hoort nog
dusgenaamde Encyclopaedie
dan een Methodologie of een soort
,
Theologis scripsit Joannes
is
in
al
ratio studiorum hij
,
schreef
hij
de i8 de eeuw
dan ook
den trant van Voetius' Bibliotheca. Al noemt
latere
niets
nog
anders
altoos in
dan ook de Ency-
clopaedia Theologica een afzonderlijke doctrinae Theologicae pars
,
omschrijft ze zelf als Methodologia sive Isagoge in Theologicam
hij
disciplinam, en zegt er van: „in eo tota est, ut quid vel fugiendum, vel
agendum
sit in
sit,
studiis,et
futuro Theologo, qua ratione, quo ordine
lum instituendum hic sint
versandum
omnino, quomodo universum Academicum curricusit,
clare ostendat " (p. XIX).
En elders
:
„quatuor
censum veniunt quaestiones nempe quaenam futuro Theologo discenda; quare; qua ratione; denique quorum
potissimum
in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's