Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 236
Deel een. Inleidend deel
Afd.
228
An quaedam
?
Quaenam origo
sit
quosdam
an
integros,
et
ratio
sit
punctorum
quiorum autoritas? tium
hij
deden de In
spurios
mutilos?
et
sunt corrupta
quo
.
.
,
illis
An
iudicandum?
sit
.
.
.
318).
Theologia exegetica ,,
sensus
wordt
dit
elk der onder-
bij
proces dan voortgezet,
,
nemen
(p.
sanae
rationi
contrarium esset",
Hij
mag,
niet beletten
de schrijvers
bij
dan ook geen exegese toe, die
laat
al geeft hij toe,
„quaedam
dat
captum nostrum superare possunt quae mysteria vocantur "
meer
que
als
tam ex ratione
352).
De
maar
H.
verwaterd
hij
,
quam ex wordt
Schrift
in
het
vage
de Dog-
Deo
een „scientia theoretica eorum quae de
divinis
(p.
voor Mursinna geen principium Theo-
,
kon, en zoo vinden we dan ook, dat
zijn
matiek opvat
(p. 339).
aard der zaak dat de H. Schrift, derwijs onder
het oordeel der rede gesteld logiae
des-
den tekst te verbeteren, en acco-
te
338).
wordt toe-
"
wordt ingelascht dat onze „ persuasio
modatie aan de eertijds heerschende begrippen
den
inter-
de Harmonistiek
grammaticus
litteralis et
noods door conjecturaalcritiek
in
?
over de H. Schrift laat heerschen.
de divina Scripturae Sacrae origine" ons
Het lag
addita
ex conjecturis
Ook
331); terwijl hij
(p.
gelaten, en de waarschuwing
,,
nonnulli sint
auctores
liceat? etc. (p.
ratio geheel
doordien slechts één
aan
An
quaedam
?
onder de Critica
zijn
eos adhuc habeamus genuinos
sacri usi sint? Quaenam Quaenam sit Codicum et versionum antiQuinam sint alii fontes harum lectionum varian.
dum textum emendare rekent
Utrum
illis
stili,
quomodo de
et
in
9AMUEL MURSINNA.
§ 8l.
III.
scripti sunt?
Novi Testamenti perditi
Hfst.
2.
rebus-
revelatione cognosci possunt
dus
begrip
niet ,,
''
eenmaal genoemd, en
revelatio ",
de ratio
als bron van onze kennis voorop. In § CCCCIII hoopt hij dan ook op verrijking van de dogmatiek „quo plura extra du-
gaat
bium posita e philosophicis
disciplinis,
quae
circa
cógnitionem versantur, deducere poterimus"
gionis
voor de Ethiek geldt
hem de
regel
,
Dei et
(p.
359).
reli-
Ook
dat de kennis der Christelijke
„tam ex Sacris litteris, quae multum continent praecepta moralia, quam ex Ethica philosophica sunt petenda" (p. 364). De moraal
Symboliek strekt
zóó -fidei
te
Mursinna vooral,
beperken „ne
quicquid
libri
om
het gezag der
Symbolen
symbolici libertatem sentiendi de rebus
nobis rectum videtur minuant" (p. 371); terwijl de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 236](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's