De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 16

i

belijdenissï: des geloofs.

hun alle onschuld te benemen. Ten tweede, geeft Hij nog klaarder en volkomelijker te kennen door zijn en Goddelijk Woord, te weten, zooveel als ons van noode is

overluigen en

zich zelxen ons heilig

in dit leven tot zijne eer en

III.

S3an

't

de zaligheid der zijnen.

ge[d)reben

Soorb ob§. ;

Wij belijden, dat dit Woord Gods niet is gezonden noch voortgebracht door menschelijken wille; maar de heilige mannen Gods hebben gesproken, gedreven zijnde door den Heiligen Geest, gelijk de heilige Petrus zegt. Daarna heeft God, door eene zonderlinge zorge, die Hij voor ons en onze zaligheid draagt, zijnen knechten, ilen Profeten en Apostelen, geboden, zijn geopenbaarde Woord bij geschrift te stellen, en Hij zelf heeft met zijn vinger de twee tafelen der Wet geschreven. Hierom noemen wij zulke schriften : heilige en Goddelijke schrifturen. IV.

SQtionicïc oefen ber ^eiïige c^rifturc.

Wij vervatten de Heilige Schrifture in twee Boeken des Ouden en des Nieuwen Testaments, welke zijn Canonieke Boeken daar niet tegen valt te zeggen. Deze worden aldus geteld in de Kerke Gods. De boeken des Ouden Testaments: de vijf boeken van Mozes te weten, Genesis, Exodus, Leviticus, Nunieri, Deuteronomiura het boek Jozua; der Richteren; Ruth; twee boeken Samuëls, en twee boeken der Koningen; twee boeken der Kronieken, genaamd Paralipomonon; het eerste van Ezra; Nehemia; Esther; Job; de Psalmen Davids; drie boeken Salomons namelijk, de Spreuken, de Prediker en het Hooglied; de vier gioote Profeten: Jesaia, Jeremia (met deszelfs Klaagliedei-en) Ezecliiël en Daniël en voorts de andere twaalf kleine Piofeten, namelijk, Hosea, Joel, Amos Obadja, Jona, Micha, Nahum, [Habakuk], Zefanja, Haggai, Zacharia, Maleachi. liet Nieuwe Testament: de vier Evangelisten: Mattheüs, Marcus, Lucas, Johannes; de Handelingen der Apostelen; de veertien brieven van den Apostel Paulus, te weten, tot de Romeinen, twee tot de Korintheren, tot de Galateren, tot de Efeziërs, tot de Filippenzen twee tot de Thessalonicenzen twee tot de Kolossenzen tot Timothcüs, tot Titus, tot Filémon, tot de Hebreen; de zeven ,

,

,

;

,

,

;

,

,

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen