Briefwisseling tusschen A. Kuyper en Charles Boissevain - pagina 16

,

12 holen heb ik mijn oordeel gezegd over uw optreden van 7ilet negen jaar, gelijk ge schrijft. elf jaar geleden „De historie van IScSö", zoo als ge u uitdrukt, scheen mij steeds uit elk oogpunt onverdedigbaar. De overgroote meerderheid van ons volk, dat gelukkig zijn godshuizen nog eert, werd geschokt door het schandaal in de Nieuwe kerk door datgene wat dr. Hoedemaker omschreef als „dat wat thans in de kerk te Amsterdam de kerk, de broederliefde en de zielen vermoordt." te zamen met geheel Nederland, geU heb ik steeds loof ik beschou^^'d als den leider der beweging, die, gelijk het wettig bestuur der Nederd. Herv. kerk zich uitdrukte, poogde: „met behoud van de kerkgoederen en titels der oude reglementaire gemeente eene kleine nieuwe gemeente te formeeren". Deswege werden door het Classicaal Bestuur op de voorstemmende kerkeraadsleden de bepalingen der kerkelijke

—

.

.

.

,

—

—

,

tuclU toegepast.

De zaak werd dus door gelicht „Men liet

ds.

Hogerzeil kristalhelder toe-

:

om met behoud

heeft de poging voorbereid

kerkelijk

verband

gereglementeerd," en

commissie,

aan

Ik

treden.

blijf dat

wie

om, zoodra er een

te

heb

genoemd

:

,.I)e

revolutie

ook nu nog handhaven. Wanneer men een kerkelijke

zorg over de

de

der kerkelij lie goederen uit

dat vroeger

stotfelijke

goederen

is

opgedragen, gelast

met de wettige besturen ontstaat, niel de geschorste of afgezette kerkeraadsleden mede te gaan, en deze als den éénigen en wettigen kerkeraad te beschouwen, dan vat ik niet, hoe men het onwettige en con/lict

verkeerde daarvan niet gevoelt en het anders noemen kan."

Hiermede was

ik het

en

blijf ik

het volkomen eens.

*

Zeer velen hebben de gebeurtenissen van Jan. 188G en wat daaraan voorafging vergeten. We wenschen die treurige gebeurtenissen niet nog eens te verhalen. Wie weten wil wat geschiedde kan dit het uitvoerigst vinden in een boek van bij de 200 bladzijden „Het Keerpunt in de Jonc/stc GescJiiedenis van Kerk en Staaf door dr. G. J. Vos Az. nu nog predikant der Amsterdamsche gemeente. ,

'

,

Hij eindigt het dus „Denk aan Loeveslein

!'''

:

Met

dit

woord werd oudtijds

in

zekere kringen eene

wereld van bittere ervaringen doorleefd.

,,Denk geheel

uit

aan de Nieuwe Kerk te

.'"

Wij behoeven dezen volzin zelfs niet in zijn

spreken, of wij aanschouwen wederom de zagen, en knuppels en

stokken, en lantaaruen

,

vvaarme

ie

men

zich

gewapend had;

of wij zien ons zelven

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen