De gemeente gratie - pagina 23
Tweede deel. Het leerstellige gedeelte.
HET VRAAGSTUK NADER TOEGELICHT.
19
met de „gemeene gratie" van doen; maar toch dient er bij de leerstelhge uiteenzetting van meet af op gelet, dat heide verschijnselen, én rechtstreeks
het ingetoomd
zijn
van den zondaar dat
het nog in het vleesch ingebolsterd
zijn
hij
niet zoo schriklijk uitbreke én
van den geloovige,
tot
op zekere
hoogte evenwijdig loopen. Er werkt tweeërlei beginsel: het beginsel der
zonde tegen God, en het beginsel der genade tegen de zonde
in.
Er
is
tweeërlei leven: een leven uit de zonde en een leven uit de genade, of wilt ge uit het natuurlijke eenerzijds en uit het bovennatuurlijke anderzijds.
In het één werkt het zaad des verderfs, in het ander het zaad Gods. Er zegt de apostel Johannes,
zijn,
„kinderen des duivels" en „kinderen van
God", juist zooals Jezus het uitsprak: „Gij wilt de begeerte doen,
die
was een menschenmoorder van den beginne." Dat
kinderen des duivels. Jezus zegt het zoo kras mogelijk: Gij
uws vaders zijn
dus de
zijt uit
den
vader den duivel.
Maar
nu die tegenstelling zoo volstrekt mogelijk moet worden
terwijl
vastgehouden, komt ze in de werkelijkheid daarom niet zoo scherp uit, omdat beide levensprincipiën in hun openbaring belemmerd worden. In den zondaar komt de zonde niet zoo sterk uit, omdat de gemeene gratie haar stuit; maar ook in het kind van God komt het leven der genade niet zoo sterk uit, omdat het nog in zijn ontwikkeling belemmerd wordt door het lichaam des doods. Principieel staan ze volstrekt als zwart en wit
tegenover elkander, maar in de werkelijkheid mengt zich onder het zwart zooveel wit, en woelt door het wit nog zooveel zwart, dat het soms zelfs
den schijn
heeft, alsof ze beide in
Natuurlijk
is dit
niet zoo,
zekere massa water
gemengd
zoet
terug te gaan,
is,
om
is,
want hoezeer
er
bij
tint
ineen zouden vloeien.
den mond der
dat noch brak noch zoet proeft,
zoo behoeft in
grau w-grijzen
men
rivier
maar
ook een
uit zout en
toch slechts even tot beider oorsprong
den stroom die van de bergen vloeide het water dat
den dorst der tong verslaat, en
in het
water dat
uit
den oceaan aangolfde,
het water dat den dorst der tong verscherpt en verergert te onderscheiden.
En
zoo nu ook
is
het hier. Hoezeer ook een gestempeld kind der wereld
en een nog ombolsterd kind van God u soms in verwarring brengen en u een oogenblik het onderscheid bijster doen worden, toch behoeft ge langs
den stengel van beider leven slechts op elks wortel terug
te gaan,
om
terstond te ontwaren, dat beider wortel geheel uiteenloopt: de wortel van
het kind van
wereld nog
De
God opkomende
in
de genade en de wortel van het kind der
uit zijn eigen ik.
ombolstering van het zaad Gods nu latende liggen, en ons voorshands
alleen tot
de „tempering der zonde door de gemeene gratie" bepalende,
dient er thans nadruk
op te worden gelegd, dat verkeerd doet en mis
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902
Abraham Kuyper Collection | 692 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902
Abraham Kuyper Collection | 692 Pagina's