E voto Dordraceno - pagina 6
toelichting op den Heidelbergschen catechismus. Eerste deel.
van Christus op de
loolken."
En
op die bede
is
de daartoe strekkende
door onsc kerken afgelegd.
belofte
Die bede, met de belofte daarop afgelegd, had indruk op mijn hart
gemaakt.
Het waren toch ook mijne vaderen, die deze belofte op zich namen. Het waren de kerken, loaartoe ik zelf behoor, tot wie die bede gericht loas. En al sloot nu die 2^lechtige handeling geen nadere theologische ontwikkeling uit, voor ivat den vorm en de wijze van uitdrukking aangaat, toch laat ze niet toe, dat onze vaderlandsche kerken de waarheid zelve, die
te
Dordrecht beleden
loas, prijsgeven.
Meer dan twee en een halve eeuw
zijn sints verhopen, en althans
de laatste honderd jaren klagen zoowel ons als onze kerken bitterlijk
aan van gepleegde troinvbreuk en geschondene gelofte. Maar juist dit drong te sterker, om, nu door de trouwe onzes Gods de liefde, voor loat onze vaderen
werd, eens kalm en rustig uiteen
te
Dordrecht beleden, weer algemeener
te zetten,
hoe de toen beleden waarheid
thans nog in het bewustzijn van een kind der negentiende eeuw
Ik gevoelde
het lezen dier Acta, dat
bij
God de
leeft.
Heilige Geest op dat
oogenblik in het midden dier zoo overrijke vergadering was;
plechtig
dat Hij die bede aan de buitenlandsche godgeleerden in het hart gaf, en dies, in weerwil van de ontrouw onzer kerken, haar verhooring bezegeld heeft; en dat het heerlijk geloofsleven, dat onze kerken thans loeer
volk
genieten, vrucht is is
van Gods
toen ter tijd in het hart
doorworsteld.
Moge daarom de die
van wat
Toeliciiting op
den Heidelbergsclien Catechismus,
ik hiermede afzonderlijk in het licht geef, in verband beschomvd
worden met wat destijds te Dordrecht plaats greep. Ik kan onder geen looorden het gevoel van dankbaarheid brengen, in mij gewekt door de vastheid waarmee ik nu nog, met heilige vreugde in mijn God, belijden mag, wat men toen beleed. En als ik dan met smarte zie, hoe in de Ztoitsersche, in de Paltzische, in de Nassausche, in de Engelsche en Schotsche kerken, het
onze Gereformeerde belijdenis verdonkerd
ons nog
in
zijn
er
nog
terwijl loij in
glans verheugen mogen, dan gevoel
zegen e voto dordraceno overkomen
dat
is,
is,
ik,
goud van Nederland
hoe ons die
en sta ik in het vast geloof,
de wederkomst des Heeren op onzen Neder landschen
bij
martelaarsbodem belijdenis
Gereformeerde kerken zullen bloeien, die de volle van Gods vrijmachtige en souvereine genade voor alle volk
zullen uitroepen
Amsterdam,
tot
1
aan de voleinding der wereld.
Juni 1892.
K U Y P £ ü.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Abraham Kuyper Collection | 667 Pagina's