Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 993
college-dictaat van een der studenten
Caput
Het laatste
de magi).
(van
sing
trekken
D£ Mediatoris
V.
is
Adam
door inspanning moet
daarom verboden,
en die van ons
alles
ligt
in
—
tijd
/n /zef
:
^weef
w.
d.
z.
is ook nog maar mensch het eenvoudig voor 't nemen.
men
een macht, waaraan
den eersten
koninklijk
een zich ont-
het resultaat
koninklijke machten, die (na den val) in
heroïsme
die in
177
regio
wijl het
de woorden
bewerkt en dan
deele te bereiken. Voor den val had de
De
De munere
9.
aan den vloek des Heeren. Het onderscheid tusschen de koninklijke
is
heerschappij van
a.
§
Officiis.
leven traden zijn
:
onze eeuw ontwend
in
een der grootste machten
't
ten
in
maar
raakt,
de saamleving was en waarin de
macht van het paradijs het meest nawerkte. Het kreeg
zijn
Ablaufer
in
moed, evenzeer een gave der algemeene genade een gave sine qua uitoefening van ;
koninklijke heerschappij onmogelijk
ware geweest. Vooral
heeft het
nogtwee Ablau-
de ontwikkeling van lichamelijke kracht en het zich dienstbaar maken van
fer in
om
verstand enz.
ijzer,
door slimheid en geweld wilde dieren, de machten der na-
tuur enz. te overmeesteren. Nadat die strijd met de wilde dieren enz. gevoerd was,
kwam
de groote
strijd
—
tegen de zee
een der grootste evenementen
in
de
samenleving, waarin hetzelfde heroïsme, maar gewijzigd optrad. Nadat zoo de
groote
kwam
overwonnen waren,
natuurmachten
de macht
om
de natuur
te
beluisteren, te onderzoeken, haar wetten na te gaan, haar te analyseeren en zoo
haar b.
opzicht te onderwerpen.
in elk in
Toen
dit
doel bereikt was,
is
wetenschap en kunst een nieuwe openbaring van de koninklijke heer-
schappij opgetreden.
over de
Waar
nl.
de vroegere worsteling de overwinning schonk
gaf
de
wetenschap
verschijning,
die
macht over de
idee in de ver-
nog sterker macht bood de kunst om tegenover de natuur, die den mensch overblufte en neerwierp, den mensch te doen optreden met macht.
schijning en
Kunst en koning c.
zijn
woorden van één stam.
ook handel, nijverheid enz.
zijn
en middelen, waardoor Christus
bestanddeelen van de algemeene genade
zijn koninklijke
heerschappij openbaarde.
Wij raken hier aan het zoo vaak verwaarloosde en toch zoo belangrijke vraagstuk over de verhouding tusschen Christus en het leven der menschheid buiten
Hem. Wij
zullen
nu voelen, hoe
nu, niet buiten Christus
Majesteit.
Hoe dus de
ligt,
al
Christelijke
Romeinen, Babyloniers en Indiërs
ware hoewel dit alles
in
verheerlijking
geschonken
momenten
m
niet
moet optreden,
zonde gedompeld
den, op zich zelf niets
van Zijn koninklijke
is
als
had
dit alles
maar integendeel
dat dit alles,
te
geen betee-
erkennen
heeft,
afgescheiden van die zon-
dan de openbaring van de heerschappij, die God
tot
van Christus' koningschap aan de gevallen menschelijke natuur
heeft. in
is
is
Kerk tegenover de ontwikkeling van Grieken en
het zonder zin en bedoeling,
kenis, als dat,
het heidensche leven, de wereld van vroeger en
maar integendeel een element
Dan
zal
men
zich bevat, die in
't
begrijpen, hoe elk volk der oudheid (en bestel
ook nu)
van Gods bestuur vaste beteekenis hebben Ö3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
![Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 993](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/dictaten-dogmatiek-locus-de-providentia-peccato-foedere-christo/1910/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's