Afgeperst - pagina 16
12
't
mooie taalbeeld misduid.
zeggen rondvent, zóó pakkend en snijdend als hij 't ditmaal deed, dan leest niemand meer na wat ge heuschelijk gezegd hebt, maar dan neemt ieder die glad verkeerde interpretatie voor goede munt over. Altoos weer Dr. Gunning's qualificatie van mijn Ezau's natuur. Als er twee explicaties mogelijk zijn, kiest men, waar 't mij geldt, schier altoos de minst gunstige.
minimum-noteering 1874 voor
ik in
't
op
de
eerst in de
straks veertig jaren, en zoo Ik
politieke
is
Kamer
beurs.
Mijner
is
altoos een
Zoo was
het,
toen
optrad, zoo bleef het deze
het nog.
ga dan ook nog een stap verder en waag
het, te betwijfelen,
de Visser den Minister van Koloniën met zijn goedhartig bedoelde bescherming wel een dienst heeft gedaan. of Dr.
Gelijk
men
zich toch herinnert, viel Mr. van Idsinga
1910 Minister Talma
Zoo
dan
ooit
was
in
de
diens
aan.
zeggen het uitreiken van „een brevet
Men
van intellectueele armoede".
worden woorden,
op 20 October
Tweede Kamer ongewoon scherp
herinnert zich de klassiek ge-
Talma
in de volle Kamer te hooren aan den door mij gestelden eisch kan voldoen dan ontzeg ik aan den voorsteller de bevoegdheid om als wetgever optetreden. Hij usurpeert dan een taak, waarvoor
kreeg
:
„Indien .
hij
.
men
niet
.
blij/cbaar
bezit."
die Minister
noch de noodige kennis noch het vereischte verstand Moest nu de heer Malefijt niet denken p. 79)
(Hand.
:
„Toen nam Dr. de Visser het voor Minister Talma n/e^ op, hoezeer het toch wel zoo voor de hand had gelegen, dat hij een schier even jong lid van zijn eigen partij, dan dat hij nu een veel bejaarder lid van een andere partij in het openbaar terecht zette. Waarom deed hij 't dan nu wel voor mij, Malefijt? Acht hij dan dat mijn collega Talma wèl mans genoeg was om van zich af te bijten en /A: niet ? Houdt hij zelf me dan soms voor zóó intellectueel arm ?" Iets waar ik te eer op wijs, omdat over Minister de Waal Malefijt •
ditmaal
in
de
Kamer gesproken, en
in
de Pers geschreven
is,
meer verdrietig dan cordaat erbij stond, als iemand die zichzelf niet verdedigen kon. Nu ben ik ook Minister geweest, maar 'k verzeker u, dat ik het alles behalve prettig zou gevonden hebben, indien bij een mij zeerdoenden zet nog al een lid van een andere partij het zóó voor mij had opgenomen, Zoo'n advocatenhulp duwt u altoos meer of min in de hoek van den cliënt. En dit te meer waar het in casu in 't minst niet noodig was.
alsof
hij
Immers,
voudig
Dr. niet
de
Visser
kent
en onderschat
den
hem
heer
de
Waal
ten eenenmale, zoo
Malefijt eenhij
niet be-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912
Abraham Kuyper Collection | 120 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912
Abraham Kuyper Collection | 120 Pagina's