GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een geloofsstuk - pagina 26

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een geloofsstuk - pagina 26

Rede ter inleiding van de 32ste jaarvergadering der vereeniging voor hooger onderwijs op gereformeerde grondslag saamgekomen te Haarlem op 4 juli 1912

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN GELÜOFSSTUK.

24

En vraagt ge geen

wilde

we

waaraan

mij,

was,

loot

ons

die

herkend hebben, of

toen

bedroog,

't

ter toetsing u

laat mij

dan mogen wijzen op de drie eerste beden van het Onze Vader.

De

bede

eerste

diene

dat

vraagt,

moderne geleerden bleven de maar

gewagen,

en zoo ook de wetenschap,

al,

't

van Gods Naam.

heiliging

tot

is

ook onder de

zoo,

nog van een Gods-idee

beteren

we

hooren

al

Het

Kant

Spinoza,

en Spencer nog

stamelen van een goddelijk alwezen, het werd altoos weer de on-

bekende God van Athene, en God

naam

geen

die

wetenschap,

dat

niet

zij

Godsideën

louter

in

En

had.

hoogen God steeds dien

Naam

heiligen

weerd.

nu

dit

wat hem

De tweede bede

zij,

Naam

eigen

en

verdonkeren

alleen,

den

zou heeft afge-

smeekt, dat uit den bouwval van

God

het herstelde Koninkrijk van onzen in dit

Hem

opzicht knielt voor

wie die hoogere orde eeren

niet

van eigen kracht, maar

eindelijk,

wat spreekt ge

gelijk daarboven niet

;

anders

maar hoogere, doch

menschenhart schijn

als

om

de wetenschap onzer School met wil, neder, en

uit

God

uit

wacht de komst ervan

zelf, uit

de derde bede:

in

God

zullen

van zich

God

zelf

heiligere wereldorde.

daaruit het

is.

opklimmen, kan

God

tot

goud

En

Immers de niet

tusschen school en school saam.

we

bij

dan de weten-

School

:

Niet uit onzen geest

zijn

uit

ladder, waarlangs

den heiligen

we

ten hemel

door ons worden opgericht, maar moet

het verschil tusschen

een God, dien

als

dier ethische orde te voor-

ons worden nedergelaten. Zoo

vanzelf

En dan

Uw wil geschiede, hier

kan die heilige orde ons toekomen, maar alleen Geest die

alleen.

dan de dorst naar de weelde van een

brengen, dan zegt ónze

te

verheffen moge, en ook

overstaat, steeds dieper delft in het zondig

schap, die tegen ons

in

zij

bekend heeft en van

gebroken aardsche koninkrijk zich weer de heerlijke orde van

dit

al

ónze Christelijke

heeft

juist

maar dat

zijn

al

algemeen begrip, een God

Agnosticisme verzonk en zich niet

in

verliep, bij

als

heiligen

trekt in die drie

wetenschap en

beden

wetenschap,

Niet een onbekende God, maar

naam mogen aanroepen.

Niet

deze wereld de vervulling van ons ideaal, maar van Boven de

herstelling

van

Gods hoogere wereldorde.

En zoo ook

niet in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Abraham Kuyper Collection | 36 Pagina's

Een geloofsstuk - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Abraham Kuyper Collection | 36 Pagina's