De Meiboom in de kap - pagina 16
openingswoord ter deputaten-vergadering van 24 April 1913
DE MEIBOOM
14
klagen, hoe
de
krijgen,
DE KAP.
zich als een veldheer zonder leger, als een spot
hij
den vijand voelde.
tegenover
IN
Ze waren maar
wat eens Hollands
van
erven
wakker
niet
glorie was.
te
Zelfs in
uw eerste officieele Deputatenvergadering nog slechts 30 man met uw Centraal Comité opgekomen, en nog geen ander half op
1881
Maar toen
dozijn kiesvereenigingen in deputatie. in
gekomen.
Van de
wondere
herleving.
In
schot
is
er
dan toch
tachtiger jaren her dagteekent onze
waren de 30 Deputaten reeds
1905
twee en half duizend uitgedijd,
en thans staat geheel
tot
land dan
't
toch met onze 640 Kiesvereenigingen in vast ineengesnoerde organisatie.
na Groens dood begon de herleving, en met
jaren
Vijf
zeldzame stuwkracht
nu
daar
in,
is
misgun
ik
ze sinds onverflauwd doorgegaan.
u
't
Roemt
Alleen maar, legt af en weert
niet.
op eigen en der ouderen veerkracht. Terugziende op ons verleden van af Munster hebben wij. Calvinisten, zelfverheffing
alle
om
geen andere oorzaak dan
En
wedijveren.
te
uw
sinds
als
zelfverootmoediging met elkander
in
dan thans u zoo
ge
maar dankt en aanbidt veeleer voor wat zondigen
Drukt M. ons
van het
van
slaap,
kroonen, maar
thans
rijk
gevoelt in wat
deel wierd, zingt dan geen klaaglied over geleden leed,
dubbele
H., dit
niet
om
u
te
van Zijn heiligen Naam.
tot verheffing
het
uw
weerwil van
in
u,
uwen God beschoren werd,
eerst
feit,
van onze zelfwegcijfering en
weer opkomen der Calvinisten voor
verrassend
merk op dit Jubeljaar, hoe kan 't dan anders of de ook nu weer te wachten staat, moet er te bezielder
die ons
strijd,
om
zijn. Wie niet met ons is, kan niet anders, dan want de overtuiging, waar wij voor opkomen, duldt geen verwatering. Onze tegenstanders kunnen niet anders doen.
en scherper tegen ons
zijn,
Ze móeten tegen ons over er onridderlijks in
door
steeds
grondelijke
geheel
der
vereering
zelf
mysteriën,
afgezien
En
hun aanval was, verstaan
we zouden
staan,
helft
ons
staan.
van
bevolking,
en
niet
al
wraakten
anders
kerkelijke
schier
in
van den Christus
als
Stonden we, waar
kunnen.
feit ligt er
indeeling, elk
steeds wat
die aanval, dat verzet zelf, is
gebillijkt.
maar het
we
Het
zij
zijn
ondoor-
nu eenmaal
toe, dat
steeds
om
en
om
de
land, zich voor of tegen de
onzen Koning
keert.
Het
is
zoo
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1913
Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1913
Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's