Zions roem en sterkte - pagina 56

;

ARTIKEL

48

XVIII.

doch in benauwdheid der tijden. En na die tweeënzestig weken, zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor hemzelven zijn en een volk der vorsten, hetwelk komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstroomenden vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk beslotene verwoesting En hij zal velen het verbond versterken ééne week; en in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste. Het is zeker dat hier gesproken wordt niet van een bloot mensch, hetzij Nehemia, hetzij Zerubbabel, hetzij koning Cyrus, die den Joden bevel gaf om Jeruzalem te herbouwen, maar van een Qodmensch, den Messias, den Vorst en Gebieder der volkeren, 5, Die in de wereld zou komen om de overtredingen te Jes. 55 verzoenen, en eene eeuwige gerechtigheid voor Zijn volk aan te brengen de tijd van Zijne komst wordt bepaald tot zeventig weken, dewelke hier niet genomen worden voor dagweken, dewijl die tijd dan maar een jaar en honderdvijfentwintig dagen zou uitmaken, (waarin de dingen die voorspeld worden niet vervuld zijn, namelijk de dood van den Messias, afschaffing van de offermaar het zijn hier dieren en de verwoesting van Jeruzalem) jaarweken, als Lev. 25 8; elke week van zeven jaren, die te zamen uitmaken vierhonderd negentig jaren. Hetzij wij die beginnen, of van het bevel van Cyrus om de stad te herbouwen, Ezra 1 1 of van het tweede jaar van Darius, waarin hij het bevel van Cyrus versterkte, Ezra 6. of van het twintigste jaar van Arthahsasta, Esther 7, en hoe wij ook die jaren eindigen, of in de geboorte, of in den doop, of in den dood van Christus, of in de verwoesting van Jeruzalem, zoo is nochtans klaar, dat die jaarweken al vele eeuwen verloopen zijn, en alles wat van den Messias en de verwoesting van den Joodschen kerk- en den,

;

:

;

;

:

:

;

burgerstaat voorspeld wordt, is vervuld geworden 6. dat de Messias zijn moest: uit den stam van Juda, bijzonder uit het huis van David, a. 5. Ziet, de dagen komen spreekt de Hcere, dat Ik Jerem. 23 Die zal aan David een rechtvaardige Spruit verwekken zal koning zijnde, regeeren en voorspoedig zijn, en recht en gerechtigheid doen op aarde; b. dat Zijne moeder eene maagd moest zijn, Jes. 7: 14, Daarom ziet, eene maagd zal de Heere Zelf ulieden een teeken geven zal zwanger worden en zij zal een zoon baren, en zijn naam Imnianuël heeten 1. c. dat Hij te Bethlehem moest geboren worden, Micha 5 Gij Bethlehem Efrata, zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? uit u zal Mij voortkomen die een heerscher zal zijn in Israël, en wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid; hetwelk vervuld is Lukas 1:7; d. dat Hij geboren zijnde, zou moeten vluchten naar Egypte, 1. Als Israël een kind was, toen heb Ik hem liefgehad: Hos. 11 en Ik heb Mijn zoon uit Egypte geroepen hetwelk te zien is Matth. 2 14; e. dat Hij, over de Jordaan aan het Galilea der Heidenen, als :

;

:

;

:

:

;

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen