Zions roem en sterkte - pagina 226
;
ARTIKEL XXX.
218 dienaars
Ik zal u geven de 19. toebetrouwd, Matth. 16 en zoo wat gij zult van het koninkrijk der hemelen op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn en zoo ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbon-
heeft
:
sleutelen
binden
;
;
v\rat
gij
den
zijn
,,
j
j.
den naam van de dienaars der Kerk, die genoemd worden ouderlingen, Handl. 20 28 voorstanders, 1 Thess. 2:12; 7, 17; uitdeelers van de verborgenheden voorgangers, Hebr. 13 Gods, 1 Cor. 4:1; herders, 1 Petr. 5:2; regeerders, 1 Cor. 20; opzieners en huisbezorgers 12 28; gezanten, 2 Cor. 5 b
.
uit
;
:
:
:
:
Gods,
Tit.
1:7;
^ ^ ^y.
,
,••,
de voorbeelden, die deze macht geoefend hebben, gelijk Daar de Apostelen en Ouderlingen eene 6. wij lezen, Handl. 15 vergadering belegden, de geschillen beslisten, de dwalingen verwierpen, en den heidenen geboden, om den vrede der Kerk, zich van eenige dingen te onthouden en de besluiten van die vergadering worden genaamd de ordinantiën der Apostelen en Ouderuit
c
:
;
lingen, Handl. 16
:
4.
Vraag. Hoedanig moet het bestuur in de Kerk zijn? Antw. Niet vleeschelijk of wereldlijk, maar geestelijk: Wij geiooven, dat deze ware Kerk geregeerd moet worden naar de 36. JEZUS antwoordde: Mijn geestelijke politie, zie Joh. 18 van koninkrijk is niet van deze wereld; indien Mijn koninkrijk deze wereld ware, zoo zouden Mijne dienaars gestreden hebben, opdat Ik aan de Joden niet ware overgeleverd maar nu is Mijn koninkrijk niet van hier. :
;
Vraag. Hoe spreekt de Heere alzoo? Antw. Het gevoelen der Joden was, dat des Messias' rijk wereldsch zou zijn, en dat Jezus dat zocht, waarom Hij dit zeide, deels om Roomsche Pilatus van bekommering te bevrijden, dat Hij hem, of het mocht te na komen deels om de Apostelen te leeren, dat zij rijk, van Hem niet verwachten moesten tot de minste hoogheid, of macht van staatsbewind gebracht te worden. ;
Vraag. Hoe bewijst gij dit nader ? Antw. 2. Christus heeft alle heerschappij in Zijne Kerk verEn Hij zeide tot hen: de koningen 25, 26. boden, Lukas 22 der volkeren heerschen over hen en die macht over hen hebben, worden weldadige heeren genaamd; doch gij niet alzoo, maar de meeste onder u, die zij gelijk de minste, en die voorganger is, als een die dient. 3. De praktijk der Apostelen bevestigt dit, 2 Cor. 1 24. Niet dat wij heerschappij voeren over uw geloof, maar wij zijn medeWeidt de kudde Gods 2, 3. werkers uwer blijdschap 1 Petr. 5 .
•
.
:
;
:
;
die
onder
u is, gewilliglijk
maar gemoed
;
:
hebbende opzicht daarover, niet uit bedwang, noch om vuil gewin, maar met een volvaardig
heerschappij voerende over het erfdeel des Heeren, maar als voorbeelden der kudde geworden zijnde. ;
noch
als
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's
![Zions roem en sterkte - pagina 226](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/zions-roem-en-sterkte/1914/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's