Starrentritsen - pagina 80
:
78 * * *
Vigilate
Deo Confidenies.
Toen Nederlamd, uit zijn tachtigjarige worsteling met Spanje's grootmacht opgekomen, zijn eerepiaats onder de Europeesche mogendheden mocht winnen, spraic het „Soli Deo gloria" in aller hart. Gode alleen de eere!
Toch kwam
op tegen het aannemen van fundament van den Staat. In de voorrede op „Ons Program" kan men dit nader van de Dordtsche vroedschap opgeteekend vinden. Drie vrome leuzen dongen destijds om den voorrang. De eerste luidde Staat op uw wachtpost in vertrouwen op uw God In het Latijn Vigilate Deo Confidenies. De tweede was van dezen inhoud Hac nitimur, hanc tuemur, wat onder het volk begrepen werd als te beduiden Wij steunen op den Bijbel, en wij strijden voor onze vrijde
destijds al spoedig verzet
der vaderen
Belijdenis
als
het
!
:
:
:
heid.
de derde spreuk van, „Griet
Terwijl
in
hek,''
't
genomen was
de Psalmen: „Onze hulpe sta in den naam des Heeren." (124:8) Feitelijk had men alzoo destijds reeds met tweeërlei tegen elkaar
uit
indruischende stroomingen te doen. In de breede volk werd positie
genomen
in
de verstrekkende
rijen
van het vrome
stelling, dat
't
begin-
voor Staatsbehoud ons van God toekwam, terwijl daartegenover de zucht ingang vond, om de religie apart te zetten, wijl /zaasf dit relisel
gieuse
op dit Het
erf,
en
niet
erin, het burgerlijk erf
burgerlijk erf de staatsman zelf
't
was
te
zoeken, want dat
recht zou schaffen.
de 17e eeuw duidelijk opgekomene diffede Conservatieve partij ontplooide. Men wilde niet met de Geuzen voor 't Soli Deo Gloria optrekken, maar toch evenmin met de Staatschen zich van het religieuse element vervreemden. Oplossing van dien strijd der meeningen werd toen hierin gevonden, dat de religie in eere hoog zou worden gehouden, maar dat ze naast het politieke erf zou worden ondergebracht. De religie mocht niet het fundament onder het Staatsbewind zijn, en evenmin mocht ze in de politieke levensgedachte indringen. En zoo kwam toen de bekende onderscheiding op tusschen de vroomheid in het particuliere leven met de vervreemding van alle religie in onze politiek. Thans is het een hooge uitzondering, dat ge nog een radicaal of liberaal vindt, die kerksch én orthodox is. Over het algemeen dient thans geconstateerd, dat de overgroote meerderheid der Liberalen en Radicalen, althans in grootere plaatsen, of aan de Kerk hun afscheid hebben gegeven, óf volbloed modern zijn. Zoo echter was het in de eerste helft der 19e eeuw nog volstrekt niet. Destijds vond men onder de Staatslieden van liberalen huize, nog vrome en zelfs beslist orthodoxe mannen, een enkele maal zelfs nog een beslist Gereformeerde. is
uit
rentieering,
deze reeds
dat
zich
in
later
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Abraham Kuyper Collection | 108 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Abraham Kuyper Collection | 108 Pagina's