Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 216

DR.

194

KUYPER ALS STRIJDER

maande om geen schatten

te

vergaderen die door mot en roest ver-

teerd worden; Hij wees den rijken jongeling

omdat deze niet armen te geven. De Heere had ook medelijden met de rijken, want hun Mammonsdienst was zoo hard. Alleen waar geldbezit tot woeker en hardheid leidt, toornt Hij. Bij de armeren sluit Hij zich aan. In een stal wordt Hij geboren; Hij heeft niet waar Hij het hoofd nederlegge. Zijn apostelen moeten uitgaan zonder buidel, zonder male. De schare die de wet niet af,

beslissen kon ül zijn goed te verkoopen en aan de

kent, stoot Hij niet af.

kranken geneest

Hij.

De rookende vlaschwiek

bluscht Hij niet.

Als de schare honger heeft, ook

De

hongert ze

al

nog niet naar het brood des levens, reikt Hij haar overvloed van brood en visch. En zoo leert ook de apostel, dat zij die rijk willen worden in den strik vallen van allerlei booze begeerlijkheid, omdat alle kwaad is. Maar ook de armere heeft te behartigen, dat hij niet vragen zal, wat zullen we eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij

de geldgierigheid de wortel van

ons kleeden?

Want

Vader weet dat

al

gij al

deze dingen zoeken de Heidenen,

uw Hemelsche

deze dingen behoeft." Vlak omgekeerd

socialisten leert Hij: „Zoekt eerst het Koninkrijk

tigheid en al deze dingen zullen u

Gods en

als

onze

Zijn gerech-

toegeworpen worden." Daardoor

wordt de wortel der zonde doorsneden. En de Heere betoont daarbij een toewijding, een zelfverloochening, een Goddelijke ontferming, die eerst balsem in de wonde der lijdende menschheid giet, en dan eindigt

om is

voor armen en rijken

ter

slachtbank te gaan, als het

Lam

dat stom

voor dien die het scheert. Hierbij

drieërlei

liet

de Heere het

niet.

Jezus organiseert Zijn kerk, die op

manier invloed zou uitoefenen op het sociale leven. Door den Woords moest geldzucht bestreden, den arme en verdrukte

dienst des

van dezen tijd op een eindelooze Door den dienst der barmhartigheid, behoorden de armen geholpen te worden, opdat onder de geloovigen niemand gebrek lijden zou, en tegenover het verschil van stand was de Gelijkheid der broederschap te stellen. Bij het Heilig Avondmaal worden rijken en armen aan één Disch vereenigd, ter symbool der eenheid, niet slechts van „kinderen der menschen", maar ook van onder ééne

vertroost, en in ruil voor het lijden

heerlijkheid gewezen.

schuld bezwijkende en door één offerande verloste gemeente.

De nieuwe maatschappij

die

na de stichting van Christus' Kerk

verrees, beantwoordde niet aan dit voorgestelde ideaal,

maar

toch

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen